- 2 - Bij de uitvoering van het bestemmingsplan, maar ook de reeds in gang gezette ontgronding van de 17 hectare aansluitende grond, spreekt het voor zich dat rekening gehouden zal worden met de aanwezige nutsvoor zieningen. Indien al schade wordt toegebracht aan nutsvoorzieningen, hetgeen niet in de lijn der verwachting ligt, zal dit zo snel moge lijk door de ontgrondingsvergunninghouder c.q. de uitvoerder van het bestemmingsplan hersteld moeten worden. Het eigendom van reclamante, dat grenst aan het Pikmeer, is een zoge naamde zomerpolder. Dit betekent dat er geen bemaling plaats vindt. Door de uitvoering van het bestemmingsplan c.q. de ontgronding vinden er geen veranderingen plaats aan de waterhuishouding in het eigendom van reclamante. Desalniettemin heeft de ontgrondingsvergunninghouder, Ballast Nedam Baggeren B.V. te Zeist, die tevens uitvoerder zal zijn van het bestenmingsplan, schriftelijk aan reclamante toegezegd dat onder de asfaltweg een duiker op het bestaande polderpeil zal worden aangelegd om de waterhuishouding te regelen. In het bezwaarschrift vermeldt reclamante dat een hoofdontsluitings- weg ten behoeve van de zomerwoningen en lopend langs haar eigendom zou kunnen leiden tot visuele, geluids- en mogelijke andere hinder. De weg waar het hier om gaat wordt aanglegd ten behoeve van de zomer woningen die gebouwd zullen worden aan de westzijde van het plange bied. Dit is dus maar een gedeelte van de woningen. Het andere, en veel grotere, gedeelte krijgt weer andere ontsluitingen die niet langs het perceel van reclamante zullen lopen. De inrichtingsschets die bij het bestemmingsplan is gevoegd, wijst al in die richting. Daarbij zij nadrukkelijk vermeld dat de ontsluitingsweg ten behoeve van de zomerwoningen aan de westzijde van het plangebied niet hoger komt te liggen dan de bestaande dijken. De zomerwoning van reclamante is direct aan de oever van het Pikmeer gebouwd. Tussen het plangebied en deze woning ligt grondgebied van reclamante. Hierdoor bedraagt de afstand tussen het plangebied en de zomerwoning circa 100 ml. Gelet op het feit dat de aan te leggen ontsluitingsweg voor de westzijde van het plangebied niet hoger komt te liggen dan de bestaande dijken, de ontsluitingsweg naar verwach ting alleen gebruikt zal worden door bestemmingsverkeer en er dus naar verwachting beperkt gebruik van zal worden gemaakt en de afstand tussen de zomerwoning van reclamante en het plangebied ligt het niet in de rede dat reclamante onevenredig veel hinder, in wat voor vorm dan ook zal ondervinden van de uitvoering van het plangebied. Het is wel zo dat door de voorgestelde bouw van de zomerwoningen er een ander aangezicht zal komen van het gebied, gezien vanuit de zomer woning van reclamante. Dit wordt echter uit stedebouwkundig oogpunt als verantwoord beschouwd. De sloot tussen het plangebied en het eigendom van reclamante zal niet verdwijnen zodat deze zijn functie als afwateringssloot kan blij ven behouden. Gelet op bovenstaande achten wij derhalve de bezwaren ongegrond. Wij stellen u derhalve voor het bezwaarschrift van reclamante onge grond te verklaren en het bestemmingsplan De Burd Cl ongewijzigd vast te stellen conform bijgevoegd ontwerp-besluit. Burgemeester en wethouders van de gemeente Boarnsterhim, de secretaris, de burgemeester, mevrouw A.M.E. van der Sluijs. Y. Dijkstra. RAV00R.BC1/R0/2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1994 | | pagina 68