GEMEENTE BOARNSTERHIM Portefeuillehouder: wethouder J. Smittenberg. 17. Voorstel tot vaststelling van het meerjarenprogramma van het Besluit Rijkssubsi diëring Restauratie Monumen ten voor het financierings- jaar 2000. Aan de gemeenteraad. Grou, 3 juni 1993. Evenals voorgaande jaren dient ook dit jaar weer vóór 1 juli een door de gemeenteraad vastgesteld meerjarenprogramma voor de verdeling van de restauratiesubsidies iq, het kader van het Besluit Rijkssubsi diëring Restauratie Monumenten (B.R.R.M.) bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg te worden ingediend. Dit meerjarenprogramma is nodig om in aanmerking te komen voor een subsidie-budget voor het financieringsjaar 2000 (uitvoeringsjaren 1995 - 2000). De budgettoewijzing vindt plaats aan de hand van een algemene verdeelsleutel en het door de gemeente ingediende meerjarenp rogramma (kn een goed inzicht te verkrijgen in de te verwachten subsidie-aanvra gen zijn de eigenaren van de monumenten door middel van een oproep in de Mid-Frieslander verzocht, indien zij de eerstkomende jaren restau ratieplannen hebben, dit aan ons door te geven. De reacties hierop zijn in het meerjarenprogramma voor de budgetreservering voor het jaar 2000 verwerkt. Uit de voor u bij de raadsstukken ter inzage liggende stukken blijkt, dat de beschikbare budgetten volstrekt onvoldoende zullen zijn om alle subsidie-aanvragen op korte termijn te kunnen honoreren. Wij hebben daarom dit jaar 2 meerjarenprogramma's opgesteld, namelijk: LIJST A: het meerjarenprogramma ten behoeve van de aanvraag voor een subsidie-budget voor het jaar 2000 volgens het door de Rijksdienst voorgeschreven model, waarin alle nog benodigde subsidie voor 2000 en voor 2001 en volgende jaren is aange geven LIJST B: het meerjarenprogramma van de door u in uw vergadering van 23 juni 1992 vastgestelde verdeling van de door het rijk tot en met 1999 beschikbaar gestelde, respectievelijk in 2000 en 2001 van het rijk te verwachten subsidiegelden. LBVSWP/RAAD/1

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1994 | | pagina 49