- 3 - 2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid, geldt dat ter zake van de beëindiging van een arbeidsovereenkomst die is aange gaan voor onbepaalde tijd, door werkgever dan wel door werknemer de volgende opzegtermijn in acht wordt genomen. De werkgever neemt een opzegtermijn in acht van ten minste 2 maanden, indien de werknemer ten minste gedurende 2 jaar onafgebroken werkzaam is geweest in de betrekking die eindigt. In alle andere gevallen neemt de werkgever een opzegtermijn van één maand in acht bij het beëindigen van een arbeidsovereenkomst die is aangegaan voor onbepaalde tijd. De opzegtermijn die de werknemer in acht dient te nemen, be draagt de helft van de periode die door de werkgever als opzeg termijn gehanteerd dient te worden. 3. In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid zijn de artike len A5A9Cl, C3C5 tot en met C14, H8, H12a, H15H16 en de hoofdstukken D, E, met uitzondering van de artikelen E24 en E25, F en G van het Algemeen Ambtenarenreglement, voor zoveel moge lijk van overeenkomstige toepassing op de arbeidsovereenkomst die is aangegaan op grond van het bepaalde in artikel 2, eerste lid, onderdeel d. Artikel 7. De arbeidsovereenkomst kan te allen tijde zonder opzeggingstermijn worden beëindigd, indien de werknemer niet langer verblijf is toege staan op grond van artikel 9 of 10 van de Vreemdelingenwet. Artikel 8. Ten aanzien van de werknemer, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder deel a of e is: a. ingeval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst anders dan op grond van een dringende reden in de zin van artikel 1639p van het Burgerlijk Wetboek, de uitkeringsverordening volgens het model van het Centraal Orgaan inzake gemeenschappelijke behande ling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden; b. ingeval van ziekte hoofdstuk E van het AAR; van overeenkomstige toepassing. Artikel 9. 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de datum waar op de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP in werking treedt. 2. Met ingang van de in het eerste lid genoemde datum vervalt de voor deze datum geldende Arbeidsovereenkomstenverordening met de krachtens die verordening vastgestelde voorschriften, alsmede de arbeidsovereenkomst voor personeel met een zodanige arbeidstijd, dat het geen deelnemer aan de IZA-regeling kan zijn (bijzondere arbeidsovereenkomstenverordening) MWBSA0V/RAAD/3

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1994 | | pagina 23