GEMEENTE BOARNSTERHIM
Beoordelingscriteria subsidiering eenmalige activiteiten, nieuwe acti
viteiten en bijdragen uit het vereveningsfonds
Bij het raadsbesluit van 15 november 1994 is vastgesteld, dat met
ingang van 1 januari 1995 de periodieke subsidiering in het kader van
het sociaal-cultureel werk en het emancipatiewerk beperkt zou worden
tot de peuterspeelzalen, de muziekverenigingen en het jeugdwerk.
Het resterende deel van het budget wordt ingezet ter financiële onder
steuning van eenmalige activiteiten, of het stimuleren van nieuwe
activiteiten.
Tevens werd besloten die instellingen, die als gevolg van de beëindi
ging van de subsidierelatie met opheffing worden bedreigd, een eenma
lig subsidiebedrage te verstrekken uit het vereveningsfonds.
Voor de beoordeling van aanvragen om toekenning van een eenmalige
subsidie moeten criteria worden aangelegd, om het ontstaan van wille
keur in de beoordeling te voorkomen.
1. Beoordelingscriteria éénmalige bijdrage vereveningsfonds
1.1. Aanvraagtermijn
In het raadsbesluit van 15 november 1994 is de sluitingstermijn
voor het indienen van aanvragen gesteld op 1 januari 1995.
1.2. Subsidie relatie
Voor de toepassing van deze regeling dient in ieder geval tot
1 januari 1995 sprake te zijn geweest van een subsidierelatie
tussen de betrokken instelling en de gemeente Boarnsterhim,
waarvan de aard anders was dan het verstrekken van een éénmalige
bijdrage.
1.3Bedreigd worden in het voortbestaan
De instelling dient aannemelijk te maken, dat zij door het beëin
digen van de subsidierelatie in haar voortbestaan wordt bedreigd.
Hiertoe dient de instelling bij haar aanvraag te overleggen:
a. een begroting voor het jaar 1995 en de rekeningen over de
laatste drie voorafgaande kalenderjaren;
b. een programma van activiteiten, die in 1995 zullen worden
ontplooid, alsmede een overzicht van de in 1994 ontplooide
activiteiten;
c. een overzicht van de contributie van de leden, de bijdragen
van de deelnemers aan activiteiten en de tarieven;
d. een overzicht van de ondernomen activiteiten om de begro
ting sluitend te krijgen.
1.4. Beoordeling
Aan de hand van het programma van activiteiten en de begroting
wordt beoordeeld of de exploitatiebegroting in een redelijke
verhouding staat tot de te ondernemen activiteiten en het beoog
de resultaat. Hierbij worden relaties gelegd naar de exploitatie
van soortgelijke activiteiten.
Van de instelling mag worden verwacht, dat zij alle mogelijkhe
den onderneemt om zelf de exploitatie sluitend te krijgen. Welke