- 11 - 4.3 De vergunningverlening wordt, ervan uitgaande dat aan voor waarden van kwaliteit en integraliteit wordt voldaan, bij de gemeenten neergelegd. Gemeenten kunnen, bijvoorbeeld ingeval van schaalproblemen, de voorbereiding van de vergun ningverlening uitbesteden. De voorbereiding van de vergun ningverlening wordt dan door de gemeenten en zo mogelijk het waterschap uitbesteed aan een gemeenschappelijk op te richten adviserende instantie. Deze organisatie vervult tevens de beleidsadviserende functie voor de provincie en voor gemeenten die deze taak daaraan opdragen. Gedurende een zekere periode verplichten zij zich om van deze organisatie diensten af te nemen. In de nadere concretisering wordt onder meer aandacht be steed aan: de voorzieningen die de overheden moeten treffen om de opdrachtgevers-rol naar behorende te vervullen; de een-loketgedachte op milieugebied, in samenhang met de gecoördineerde uitbestedingsstructuur; integraliteit van milieubeleid; het draagvlak en de levensvatbaarheid van een gemeen schappelijke milieudienst, die kan blijken uit een principiële bereidheid van een voldoende aantal gemeen ten, de provincie en mogelijk het waterschap om hun diensten in te brengen. 4.4 Wat betreft de uitvoering van de handhaving is (verdere) verbetering in het gecoördineerd optreden gewenst. Nader zal worden onderzocht of een aparte beheersstructuur, waarin de versnipperd operende uitvoeringsdiensten worden ondergebracht, hier een oplossing kan brengen. Uitgangspunt daarbij is dat de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de onderscheiden bevoegde gezagen intact blijft. Vergunningver lening door de gemeenten houdt in dat de handhaving even eens door de gemeenten geschiedt. 4.5 Om de kwaliteit van de uitvoerende organisaties te bewaken zullen systemen van certificering en kwaliteitsborging wor den ontwikkeld. Overheden die de uitvoerende werkzaamheden in eigen beheer willen blijven uitvoeren, zullen aan de daaruit voortvloei ende eisen moeten voldoen. 4.6 Als aan de voorwaarden, genoemd in vorenstaande punten, wordt voldaan, blijven de taken die momenteel op het ter rein van de vergunningverlening door de WGR-regio's worden uitgevoerd, tot de gemeentelijke bevoegdheden behoren. Vergunningverlening die in de huidige situatie bij de pro vincie berust, wordt dan een gemeentelijke bevoegdheid. 4.7 Ten aanzien van het milieubeleid is bij uitstek van belang dat provincie en gemeente invulling geven aan complementair bestuur. Of de overlegstructuur die daarvoor nodig is een uitsluitend sectoraal (alleen milieu) dan wel een breder werkterrein moet hebben, kan in dit stadium nog niet worden gezegd. 4.8 De uitwerkingen die onder de punten 4.1 tot en met 4.6 no dig zijn in overlinge samenhang laten uitwerken door een kleine projectgroep onder leiding van de projectleider Be stuurlijke Vernieuwing. Daarbij gebruik te maken van de (overige) inzichten die aan het rapport van Twijnstra Gudde kunnen worden ontleend. RDBW8/RAAD/11

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1995 | | pagina 36