- 3 -
Hoofdstuk 2: Categorieën
Artikel 2.
1. Voor belanghebbenden aan wie bijstand kan worden verleend,
geldt een categorie - aanduiding
2. De categorieën worden aangeduid als:
a: alleenstaande;
b: alleenstaande ouder;
cgehuwde
Hoofdstuk 3: Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm
Artikel 3.
1De bijstandsnorm- wordt verhoogd met een toeslag indien de
alleenstaande of de alleenstaande ouder hogere algemeen
noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de
bijstandsnorm voorziet, als gevolg van het niet of niet geheel
kunnen delen van deze kosten met een ander.
2De toeslag als bedoeld in het eerste lid wordt voor een
alleenstaande en de alleenstaande ouder met zijn kinderen in
wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft, bepaald op het
in artikel 33, tweede lid, van de wet genoemde maximumbedrag.
3De toeslag als bedoeld in het eerste lid bedraagt voor de
alleenstaande en de alleenstaande ouder op wie het tweede lid
niet van toepassing is 10% van het netto minimum loon.
Hoofdstuk 4: Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of de
toeslag
Artikel 4
1De bijstandsnorm wordt lager vastgesteld indien de gehuwde
lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan
waarin de bijstandsnorm voorziet, als gevolg van het geheel of
gedeeltelijk kunnen delen van deze kosten met een ander.
2. a. De verlaging als bedoeld in het eerste lid bedraagt 10% van
het wettelijk minimumloon per inwonende met wie de algemene
bestaanskosten kunnen worden gedeeld,
b. De verlaging in verband met de aanwezigheid van meer dan
een inwonende met wie de algemene bestaanskosten kunnen
worden gedeeld, bedraagt maximaal 20% van het netto
minimumloon
HMABWRP.01/RAAD/3