- 3 - In het overleg speelden twee zaken rond het rapport sterk door elkaar heen: het oordeel over de inhoud van het rapport; de context van de bestuurlijke vernieuwing. Zoals gezegd vormt de discussie over het project bestuurlijke vernieu wing in Friesland de directe aanleiding voor het onderzoek. Tegen die achtergrond werd de onderzoeksopdracht door het Overlegplatform expli ciet beperkt tot de vraagstelling inzake versterking van de eigen organisatiestructuur. Uit het gezamenlijk overleg hebben wij de con clusie getrokken dat een basis-oordeel over de voorstellen van het rapport op dit moment en gelijktijdig in alle gemeenten slechts moge lijk is, als de integrale context van de bestuurlijke vernieuwing buiten beschouwing wordt gelaten. Dan nu het gezamenlijke oordeel op hoofdlijnen over het rapport. De analyse in het rapport bevat feitelijke constateringen over werk loosheid, uitgifte bedrijventerreinen en bevolkingsontwikkelingen. Op de oorzaak van die ontwikkelingen wordt niet ingegaan. In het rapport wordt geconcludeerd dat zich bij deze aspecten onevenwichtige ontwik kelingen hebben voorgedaan en dat in ieder geval ten aanzien van die aspecten de structuur van het Stadsgewest versterkt moet worden. De geformuleerde centrale doelstelling "het creëren van voorwaarden voor meer bedrijvigheid en werk" sluit hierop aan. In het rapport wordt aangegeven dat die versterking plaats moet vin den in de sectoren werkgelegenheidsbeleid en ruimtelijk-economische ontwikkeling, woningbouw, toerisme en recreatie en infrastructuur. Met het aanwijzen van in ieder geval deze beleidssectoren zijn de gezamenlijke colleges binnen het Stadsgewest het eens. De colleges binnen het Stadsgewest onderschrijven de constatering in het rapport dat in de samenwerkingsstructuur voldoende garanties moe ten worden ingebouwd voor de daadwerkelijke uitvoering van afgespro ken beleid. Dit houdt in dat het Stadsgewest meer op zakelijke grond slag wordt gestoeld. Voor de sector werkgelegenheid en ruimtelijk-economische ontwikkeling wordt in het rapport de conclusie getrokken dat op een Ontwikkelings- NV moet worden afgekoerst. Een jaar geleden was alleen de gedachte daaraan nog onbespreekbaar. Dat in het rapport nu toch overduidelijk voor deze aanpak wordt gekozen, komt voort uit het gegroeide besef dat er dringend versterking aan bestuurlijke slagkracht nodig is met het oog op de werkgelegenheidsontwikkelig in de regio. Daar zitten twee kanten aan: behoud en versterking van de werkgelegenheidspositie van Leeuwarden en omstreken voor geheel Friesland, terugdringing van de hoge werkloosheid in onze regio. De colleges van burgemeester en wethouders binnen het Stadsgewest voelen zich gezamenlijk verantwoordelijk voor deze opgave. De proble matiek rechtvaardigt een keuze voor een niet-vrijblijvende samenwer king in deze beleidssector. Concreet willen de colleges zich inzetten om het model van een Ontwikkeling-NV uit te werken tot een in het Stadsgewest werkbare constructie. In de uitwerking zullen de kantteke ningen die al in het gezamenlijk b. en w.-overleg naar voren zijn gebracht uiteraard moeten worden meegenomen. De colleges van burgemeester en wethouders constateren dat de nog te realiseren infrastructuurprojecten in ons gebied uitdrukkelijk zijn gemotiveerd vanuit de sociaal-economische ontwikkeling van de regio. Vooralsnog zijn de colleges van burgemeester en wethouders dan ook VSSTADS.LWD/0/B0/DIJKH0FR/3

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1995 | | pagina 18