GEMEENTE
BOARNSTERHIM
TOELICHTING
Vergadering 17 december 1996.
Agendapunt 15
Portefeuillehouder:
mevrouw T. de Boer
Brutering in de volkshuisvesting.
Onder bruteren wordt verstaan het afkopen van bestaande subsidiever
plichtingen van het Rijk aan woningcorporaties en de vervroegde opei
sing van rijksleningen bij deze instellingen. In het kort gezegd het
salderen van subsidies en rijksleningen.
Door bruteren en de daaraan gekoppelde taakuitbreiding van het WSW
kunnen de directe financiële risico's voor gemeenten nagenoeg ver
dwijnen.
Doel
Deze bruteringsoperatie is een grote financiële transactie in de
volkshuisvesting. Het doel van deze operatie is om een duurzame samen
hang te bewerkstelligen tussen de verzelfstandiging van de sociale
huursector, overheidsuitgaven en een verantwoorde huurontwikkeling.
Gemeenten in de volkshuisvesting.
De afspraken over de uitgangspunten bij bruteren hebben zich af
gespeeld tegen de achtergrond van het door het Rijk bepaalde volks
huisvestingsbeleid vastgelegd in de Nota volkshuisvesting in de jaren
negentig. De ontwikkeling in het beleid van het Rijk kenmerkt zich de
laatste jaren door sanering van overheidsfinanciën en een duurzame
(financiële) verzelfstandiging van de sociale sector.
Langlopende subsidieverplichtingen vormen nog altijd het grootste
deel van de VROM-begroting.
Als bruteren onder reële uitgangspunten plaatsvindt, kan voldaan
worden aan enerzijds de balansverkorting bij het ministerie van VROM
en anderzijds aan de duurzame verzelfstandiging van de sector.
De rollen die gemeenten nu in de lokale huisvesting kunnen hebben,
zijn de volgende:
1. volkshuisvestingsbeleid.
De gemeenten zijn de eerst verantwoordelijke voor de lokale
volkshuisvesting waarbij corporaties en andere partijen een be
langrijke rol spelen bij de realisering van een goed volkshuis
vestingsbeleid
2. toezichthouder.
Met het Besluit beheer sociale huursector (BBSH) heeft met in
gang van 1993 de corporatie een grotere vrijheid gekregen en het
toezicht vindt vooral achteraf en meer op afstand plaats. Het
houden van toezicht is nadrukkelijk een gemeentelijke taak;
sanctiemogelijkheden zijn voorbehouden aan het Rijk.
EGTOELWSW/RAAD1