GEMEENTE BOARNSTERHIM
BESLUIT
Vergadering 18 februari 1997
Agendapunt 15
Portefeui11ehouder
dhrJHSmittenberg
De raad van de gemeente Boarnsterhim;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 februari
1997;
Gelet op het bepaalde in de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
BESLUIT:
IDe navolgende schriftelijke zienswijzen ongegrond te verklaren
en ingediend door:
De heer en mevrouw G. Brak en H. Brak-Nijdam, Fjurlanswei 4 te
Aldeboarn;
de heer J. de Jong namens de Kaatsvereniging "Us Keatsen" en de
korfbalvereniging "AKC";
de heer B. Dam, Skaverij 24 te Grou;
de heer mr. W. sleijfer, namens Onderhoudswerf Niemarkt B.V.,
It Hiemste 14 te Akkrum;
mevrouw A. Visser, Finkebuorren 1 te Akkrum, namens de
Milieugroep Akkrum;
de heer Th.B. Huurman, Bergsteinlaan 50 te Tuk;
de heer mr. W. Sleijfer, namens Hiemstra Silobouw V.O.F.,
Mienewei 30a te Akkrum;
de heer mr. W. Sleijfer, namens de heer D. Bakker, Boarnsterdyk
26 te Akkrum;
II. Artikel 8, lid 2, onder "toetsingscriteria", als volgt te
wijzigen:
"Toetsingscriteria ten behoeve van de wijzigingsbevoegdheid ex
artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
- Burgemeester en wethouders zullen alleen gebruik maken van
hun bevoegdheid de bestemming "Groen en Recreatie" te wijzigen
in "wonen" en/of ten behoeve van een recreatiebedrijf met
dienstwoning, indien:
- de geluidbelasting vanwege het wegverkeer van geluidgevoelige
gebouwen niet hoger is dan een verkregen hogere grenswaarde.
Zij zullen voor het verkrijgen van een hogere grenswaarde
een verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten van de provin
cie Friesland;
- de voorgenomen ontwikkeling en verkaveling van het gebied
past en aansluit op de voor dit gebied geldend beeldkwaliteit,
voor zover het de wijziging als genoemd in lid 7, sub a,
betreft
RABESL.BPB/WWR/ONTW/AKKERMAR/1