GEMEENTE BOARNSTERHIM
Verslag van de bijeenkomst van stuurgroep en werkgroep Waterfront
Grou op 26 maart 1997.
o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o
Aanwezigde heer S. Boonstra (Werkgroep Dorpsvernieuwing Grou), de
heer M. Bakker (VW Mid-Friesland), de heer
J. van der Goot, (Plaatselijk belang), de heer
F. van der Meulen (GWHI), de heer G.H. Pippel en wethouder
mevrouw K. van den Berg-Wiersma (gemeente).
Afwezigde heer A. Kramer (provincie Fryslân).
o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o
Wethouder mevrouw Van den Berg-Wiersma doet de deelnemers kort ver
slag van de afgelopen ontwikkelingen rond de besluitvorming over het
waterfront. Zij biedt de leden van de stuur- en werkgroep excuus aan
voor het gebrek aan informatie in de afgelopen tijd door interne
problemen. De gemeente heeft afscheid genomen van De Vries en Hopman
Partners. Voor het vervolg van het proces wordt de reeds bereikte
overeenstemming over de stedebouwkundige uitgangspunten voor het
Waterfront als startpunt voor het vervolgproces genomen.
De wethouder benadrukt nogmaals dat het aan de inbreng van de werk
en stuurgroepleden is te danken dat er commitment is bereikt over de
uitgangspunten en stelt dat het haar bekend is dat dat voor de leden
lang niet altijd gemakkelijk is geweest.
De aanpak zal nu een andere zijn. De gemeente zal het project zelf
trekken. Het project is in deelprojecten geknipt. Da uitwerking daar
van zal binnen deze uitgangspunten en binnen de op te stellen struc
tuurvisie moeten passen. Qua organisatie verandert er dus het een en
ander. De werk- en stuurgroepverbanden worden daardoor overbodig ge
acht. Er volgt een normale maatschappelijke discussie die is ingebak
ken in de planologische procedures.
De heer Van der Goot vraagt hoe en wanneer de bevolking wordt betrok
ken bij de planvorming.
De heer Pippel zegt dat de diverse inspraakmomenten zijn ingebouwd in
de openbaarmaking van de structuurschets, de structuurvisie en het
bestemmingsplan, met alle eventuele alternatieven en wijzigingen als
gevolg van de resultaten van de inspraak.
De heer van der Meulen constateert dat de betrokkenheid en de positie
van de afgevaardigden van de diverse plaatselijke groeperingen dus nu
niet anders meer is dan die van elke individuele burger. Hij vraagt
de commerciële elementen die van wezenlijk belang zijn voor de effec
ten van het waterfront in de planvorming niet te vergeten. Hij vreest
dat de stedebouwkundige vorm ten koste gaat de functionaliteit.
VSVATFR0.263/VUR/EZ/BIERMAH/1