- 2 -
e kerkelijk monument:
onroerend monument, dat eigendom is van een kerkgenootschap,
kerkelijke gemeente of parochie of van een kerkelijke instelling
en dat uitsluitend of voor een overwegend deel wordt gebruikt
voor de uitoefening van de eredienst;
f monumentencommissie
de door de raad ingestelde commissie of aangewezen instantie,
met als taak burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen
beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet
1988, de verordening en het monumentenbeleid, zoals nader uit
gewerkt in de gemeenschappelijk regeling "Welstandszorg Hûs en
Hiem"
g bouwhistorisch onderzoek
in schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de
bouwgeschiedenis en de bouwhistorische kwaliteit van een
monument
Artikel 2 Het gebruik van het monument
Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met
het gebruik van het monument
HOOFDSTUK 2 Beschermde gemeentelijke monumenten
Paragraaf 1 De aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument en de
registratie op de gemeentelijke monumentenlijst
Artikel 3De aanwijzing tot beschermd gemeentelijk monument
1 Burgemeester en wethouders kunnen, al dan niet op aanvraag van
een belanghebbende, een onroerend monument aanwijzen als be
schermd gemeentelijk monument.
2 Voordat burgemeester en wethouders over de aanwijzing een be
sluit nemen, vragen zij advies aan de monumentencommissie en
horen zij de eigenaar.
In spoedeisende gevallen kunnen zij hiervan afwijken.
3 Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de aanwijzing
van een onroerend monument als beschermd gemeentelijk monument
bepalen dat bouwhistorisch onderzoek wordt verricht.
4 Voordat burgemeester en wethouders een kerkelijk monument aan
wijzen, voeren zij overleg met de eigenaar.
5 De aanwijzing kan geen monument betreffen dat is aangewezen op
grond van artikel 3 van de Monumentenwet 1988.
Artikel 4Termijn advies en aanwijzingsbesluit
1 De monumentencommissie adviseert schriftelijk binnen acht weken
na ontvangst van het verzoek van burgemeester en wethouders
2 Burgemeester en wethouders beslissen binnen twaalf weken na
ontvangst van het advies van de monumentencommissie, maar in
ieder geval binnen 20 weken na de adviesaanvraag.
CHBESL/RAAD/2