Sub e
Ingeval van aanwijzing van een kerkelijk monument tot be
schermd gemeentelijk monument is overleg tussen eigenaar en
gemeente nodig (zie artikel 3, lid 4)Is er sprake van een
vergunning voor het gemeentelijke of rijksbeschermde kerkelij
ke monument, dan kan overeenstemming tussen eigenaar en ver
gunningverlener nodig zijn (zie artikel 12). Overleg en over
eenstemming betreffen de wezenlijke belangen van de gods
dienstuitoefening in het kerkelijke monument. Voor bijvoor
beeld een pastorie, een catechesatieruimte of verblijven van
kloosterlingen geldt deze verbijzondering voor kerkelijke
monumenten in de regel dan ook niet. Zij vallen onder de
voorschriften die voor de andere monumenten gelden.
Sub f
De taken van de monumentencommissie strekken zich uit over de
monumentenverordening en de Monumentenwet 1988. Door de monu
mentencommissie in deze begripsomschrijving bevoegd te verkla
ren over de toepassing van de Monumentenwet 1988 te adviseren
aan burgemeester en wethouders, is voldaan aan het vereiste,
genoemd in artikel 15, lid 1, van de Monumentenwet 1988.
Artikel 2
Het betreft hier niet zozeer de publiekrechtelijke, planologi
sche bestemming, maar de gebruiksmogelijkheid die de eige
naar/gebruiker daaraan toekent. Een en ander mede gelet op de
constructie en ligging van het pand.
Dit artikel is van belang als een motiveringsplicht bij de
aanwijzing van monumenten en bij de vergunningverlening.
Artikel 3
Lid 1
In vergelijking tot de VNG-modelverordening 1988 zijn de
aanwijzing tot beschermd gemeentelijk monument en het plaatsen
op de monumentenlijst uit elkaar getrokken. De aanwijzing
heeft rechtsgevolg, het daarna registreren op de gemeentelijke
monumentenlijst is nu slechts een administratieve handeling.
Het is inzichtelijker om de aanwijzing en de plaatsing op de
lijst uit elkaar te trekken.
Het besluit tot aanwijzing is een discretionaire bevoegdheid
van burgemeester en wethouders. Na afweging van alle betrokken
belangen kan tot aanwijzing worden besloten. De afweging van
de belangen van de rechthebbende ten opzichte van de te be
schermen monumentale waarden moet uitdrukkelijk gemotiveerd in
het besluit naar voren komen (de redengeving)De aanwijzing
geeft geen recht op schadevergoeding. De aanwijzing verandert
immers over het algemeen niets aan het gebruik van het monu
ment