- 9 -
geschrapt, zodat alleen water, oevers, rietlanden en graslanden tot de
doelstelling behoren en er blijvend sprake is van een open gebied.
Over het begrip "moeras" nog het volgende.
Met laagveenmoerascomplex bedoelt men plassen en petgaten die ten dele
dichtgroeien (verlanden) met rietland, trilveen, en tenslotte moerasbos.
Wanneer een voormalige polder met kleigrond onder water komt ontstaat een
heel ander natuurtype.
Maar om ieder misverstand te voorkomen leek het ons toch beter het woord
moeras maar te schrappen in dit verband.
Hij laat het hier bij want de raad heeft allemaal kennis kunnen nemen van
de toelichting bij de eerste schets van de herinrichtingscommissie. Een
schets die dus, gezien vanuit de oorspronkelijke doelstelling, vergaand
tegemoet komt aan de wensen vanuit de streek.
Dan nu over de betekenis van besluitvorming in het plan Buitengebied.
De basis van het plan wordt gevormd door de bestemming van de
hoofdfuncties. In oppervlak zijn dat landbouw en natuur. Deze geven ver
volgens het kader voor de invulling van de overige functies, waarvan
recreatie verreweg de belangrijkste is. Een belangrijk algemeen
toetsingskader is het behoud van het landelijk karakter van het
plangebied met de daarbij behorende landschappelijke, natuurlijke en
cultuurhistorische kenmerken.
Binnen de hoofdfuncties geven we zoveel mogelijk ruimte voor een
doelmatige bedrijfsvoering.
Zo geven we voor de landbouw nagenoeg geen regels voor het grondgebruik.
Bosbouw is niet toegestaan, maar m^is en andere hoogopgaande gewassen
wel. De bouw van bedrijfsgebouwen is slechts op hoofdlijnen gelimiteerd.
Bij de hoofdfunctie natuur gaan we verder. Er wordt onderscheid gemaakt
door de aanduidingen bos, moeras, grasland of water. Dat doen we niet om
de natuurbeheerders voor de voeten te lopen maar omdat deze terreintypen
zowel landschappelijk als in recreatieve mogelijkheden nogal verschillen.
Bos en water zijn gewoonlijk het best toegankelijk, bij moeras (een groot
deel van de Alde Feanen en de Deelen) wisselt de toegankelijkheid door de
aard van het gebied nogal. Grasland is weliswaar begaanbaar, maar meestal
niet vrij toegankelijk. Wat dat betreft verschilt natuur/grasland niet
wezenlijk van het agrarisch gebied.
Overigens biedt het bestemmingsplan niet de mogelijkheid om de toegang -
voor zover fysiek mogelijk - te regelen. Daar is het privaatrecht voor.
Juist daarom is het zo belangrijk dat over dit soort zaken in het overleg
Platform Alde Feanen in goede harmonie afspraken worden gemaakt.
De gemeente heeft geen eigen beleid ten aanzien van natuurbeheer. Wij
bemoeien ons niet met discussies over natuurwaarden, natuurdoelen,
beheersplannen enzovoort. Evenmin als wij ons bemoeien met de agrarische
bedrijfsvoering. Die pretentie moeten we ook niet hebben, want we hebben
er noch de kennis, noch de middelen tot realisering voor. Ons past dus de
nodige bescheidenheid als het gaat om het voorschrijven aan de ter
reinbeheerders wat wel en niet goed voor de natuur is.
De commissie ex artikel 10, die G.S. adviseert over ruimtelijke plannen
stelt voor de aanduiding "grasland" voor de Noorder-Burd achterwege te
laten. "Het vastleggen van het natuurtype betreft feitelijk een beheers-
of inrichtingskwestie met bijbehorende financiële en technische gevolgen.
Deze is in de bestemmingsfase nog niet aan de orde"
In het huidige voorstel wordt desondanks de inrichting niet geheel vrij
gelaten, maar ingeperkt tot open terreintypen waarbij naast grasland ook
rietland en water mogelijk is. Water waarvan een beperkt recreatief
gebruik zeker niet is uitgesloten: denk aan de Jan Durkszpolder
Het effect op het landschap en op de recreatieve waarde in de omgeving
zal dus zeker niet negatief zijn.
Not2402.doe