- 4 - portefeuille aan een gekozen lid van het college, dan wel aan een wethouder en de burgemeester tesamen, toe te delen. Tot slot maak ik nog gaarne een enkele opmerking. 1. Ik meen dat het in het collegeprogramma de betrokkenheid van de gemeenteraad met rampenbestrijding tot uitdrukking zou moeten worden gebracht. Tekstsuggestie: "De gemeenteraad spreekt uit prioriteit toe te kennen aan een adequate rampenbestrijdingsorganisatie. De evaluatie verslagen van de (grootschalige) oefeningen in het kader van de rampenbestrijding worden ter kennis van de gemeenteraadsleden in de betreffende raadscommissie gebracht." 2. Naast mijn reeds uitgesproken waardering voor uw arbeid ten behoeve van de totstandkoming van een collegeprogramma maak ik tezelfdertijd toch ook een opmerking daarover met betrekking tot het draagvlak ervoor in de gemeenteraad Als mijn waarneming juist is dan heeft het aan mij aangeboden programma de instemming van drie van de zes in de raad vertegenwoordigde politieke partijen. Niet duidelijk is of de drie partijen die aan de totstandkoming van het programma tot heden niet hebben meegewerkt, het document al dan niet onderschrijven. Ik meen dat het, terwille van de eenheid binnen onze gemeenteraad en de beeldvorming naar onze inwoners toe, wenselijk is dat de raad een collegeprogramma vaststelt dat kan rekenen op een zo breed mogelijke steun In dat kader moge ik u verzoeken nog eens te willen bezien of die brede steun, voorzover thans nog niet aanwezig, alsnog is te verwerven. Grou, 6 april 1998. Y. Dijkstra. Deze notitie behoort bij de brief van 6 april 1998 aan mevrouw J. Bouma te Grou PROGRAMMA9 80 2 doc/4

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1998 | | pagina 20