De tweede beleidsontwikkeling is de wijziging van het tarief voor de vergoeding over de eigen geldmiddelen. De afgelopen jaren is middels vervroegde aflossing en herfinancierring (conversie van bestaande geldleningen) optimaal geprofiteerd van de gunstige ontwikkelingen op de kapitaalmarkt. Voor 1999 is het verantwoord de vergoeding over de eigen geldmiddelen te laten aansluiten bij de marktontwikkelingen en te verlagen van 7% naar 6%. Hiermee wordt bereikt dat binnen de exploitatie van de gemeente ruimte ontstaat van ongeveer 160.000,=. De hierboven genoemde ontwikkelingen hebben een positief effect op de begroting van /20.000,= (/160.000,= -/- 140.000,=) en op de algemene reserve door toevoeging van /2.000.000,=. In verband met mutaties in de personele bezetting is bij de jaarrekening 1997 een storting gedaan in het fonds voormalig personeel tot een bedrag van 250.000,=. Bij het opstellen van de jaarrekening was de duur van de verplichting nog niet geheel duidelijk. Op basis van huidige inzichten wordt een dotatie van 700.000,= geraamd. Voor de wachtgeldverplich-tingen van voormalige wethouders is een voorziening getroffen van 350.000,=. Hiermee is bereikt dat de wachtgeldverplichting voor voormalige wethouders geen beslag legt op structurele middelen in de begroting. Beleidstaak belastingen en heffingen Voor de tarieven 1999 voor de belastingen en heffingen hebben wij invulling kunnen geven aan de het college werkprogramma 1998 - 2002, waarin aandacht is gevraagd voor de ontwikkeling van de lastendruk. Net als in 1998 zijn we er in geslaagd het tarief voor de onroerende zaakbelastingen met 2 te verlagen. De tarieven 1999 voor de belastingen en heffingen worden verder toegelicht in hoofdstuk 4. Belastingen en heffingen. Naast de ontwikkelingen op het gebied van de tarieven is er een drietal ontwikkelingen die van belang zijn. In de eerste plaats betreft dit de middelen van het rijk voor de compensatie van de lokale lastendruk, die net als in 1998 zullen worden toegepast op het tarief van de afvalstoffenheffing en het vervallen van de milieuleges voor bedrijven. In de tweede plaats de aanpassing van de verordeningen aan de derde tranche Algemene wet bestuursrecht. Tot slot is er nog de ontwikkeling op het gebied van de Wet waardering onroerende zaken. In hoofdstuk 4. Belastingen en heffingen wordt op deze ontwikkelingen verder ingegaan. Beleidstaak informatisering en automatisering Vastgoed Eind 1997 is een quickscan uitgevoerd om inzicht te krijgen in de stand van zaken ten aanzien van de vastgoedinformatievoorziening in onze gemeente. Op basis van de uitkomsten van deze quickscan is gekozen voor een projectmatige aanpak om de gesignaleerde knelpunten op te lossen. Middels een flexibele inzet binnen de formatieve bezetting is een start gemaakt met de coördinatie rond vastgoed. Inmiddels is een start gemaakt met de uitwerking op onderdelen. Prioriteit is gelegd bij de uitvoering van de Wet WOZ, gebouwenregistratie en uniformering van adresgegevens. In 1999 zullen de projecten worden geëvalueerd en het vervolgtraject worden bepaald. Bij de uitwerking van de vastgoedinformatievoorziening moet ook rekening worden gehouden met de ontwikkelingen rond het Overheidsloket 2000. Het regeerakkoord verplicht gemeenten hieraan invulling te geven. Dit betekent dat vastgoedinformatievoorziening landelijk prioriteit krijgt binnen het OL/2000. Het gevolg hiervan is dat sprake zal zijn van structurele begeleiding van dit beleidsterrein. In de loop van 1999 zullen wij u over de voortgang informeren. Beleidsbegroting 1999 1-14 gemeente Boarnsterhim

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1998 | | pagina 13