3.6 Algemene uitkering
Door de vorming van een nieuwe regering zijn een aantal belangrijke ontwikkelingen te melden in
de algemene uitkering. In een aantal gevallen wordt de uitvoering van rijksbeleid namelijk
overgelaten aan decentrale overheden (zoals de gemeenten), bijstelling van rijksbeleid kan dan
leiden tot bijstelling van gemeentelijk beleid. Aangezien de invloed van rijksbeleid op
gemeentelijk beleid veelal vormgegeven wordt via de algemene uitkering is de bijstelling van
rijksbeleid van invloed op de samenstelling en hoogte van de algemene uitkering.
Over de wijzigingen in de algemene uitkering wordt de gemeente geïnformeerd in de zogenaamde
mei- en septembercirculaires van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. In de begroting 1999 is
gebruik gemaakt van de septembercirculaire 1998.
Belangrijkste onderdelen uit het regeerakkoord die van invloed zijn op de algemene uitkering zijn:
- bijzondere bijstand;
- onderwijshuisvesting;
Wet voorzieningen gehandicapten;
- besparingen uitvoering bijstand;
- flexibilisering kinderopvang;
- gecorrigeerde netto-rijksuitgaven (omvang rijksuitgaven).
Het spreekt voor zich dat de uitwerking van deze plannen op rijksniveau in gemeentelijk beleid
nog niet heeft plaatsgevonden. Om op een later moment in het jaar toch in te kunnen spelen op
deze ontwikkelingen hebben wij daarom besloten een deel van de algemene uitkering te
reserveren voor taakmutaties binnen de algemene uitkering. Binnen deze reservering kunnen ook
de verwachte afwijkingen in de loonontwikkeling worden opgevangen.
De omvang van de algemene uitkering voor 1999 is berekend op 23.367.000,=. Dit is ruim /1,2
miljoen meer dan de algemene uitkering in de begroting 1998. Voor de hierboven beschreven
ontwikkelingen is in de begroting 1999 een bedrag gereserveerd van 200.000,=.
De berekening van de algemene uitkering en de ontwikkelingen voor de jaren 2000 - 2002 zijn
opgenomen in de bijlage bij deze begroting.
3.7 Reserves en voorzieningen
In de begroting 1998 is de beleidslijn toegepast de exploitatie minder afhankelijk te laten zijn van
rente-inkomsten, als uitdrukkelijke wens van de raad. In 1998 kon worden bereikt dat ƒ60.000
minder aan rente-inkomsten werd ingerekend. Een deel van de algemene dekkings-reserve
(/60.000=) kon daarmee worden toegevoegd aan de algemene reserve.
In navolging van de lijn uit de begroting 1998 hebben wij voor 1999 kans gezien om de algemene
dekkingsreserve los te koppelen van de exploitatie. Dit betekent dat wij voor een sluitende
exploitatie geen beroep meer hoeven te doen op de rente-inkomsten (1998: /140.000,=) van de
algemene dekkingsreserve. Het doel van de algemene dekkingsreserve vervalt daarmee en kan
daarom worden toegevoegd aan de algemene reserve.
Naast de toevoeging uit de algemene dekkingsreserve stellen wij voor om een bedrag van 1
miljoen te onttrekken aan de bestemmingsreserve huisvesting en deze aan te wenden als
Beleidsbegroting 1999
1-23
gemeente Boarnsterhim
--Ü^j
