BESTUURLIJKE EN ORGANISATORISCHE ONTWIKKELINGEN PvdA-fractie 5. Vraag: U geeft aan verdergaande participatie van de inwoners en organisaties in onze gemeente te willen bevorderen. Onduidelijk is op welke wijze u het overleg met de dorpen wilt structureren. Bedoelt u met "commissie" de besturen voor Plaatselijk Belang of plaatselijk op te richten dorpsbeheerscommissies of gaat het om een gemeentelijke commissie' Graag vernemen wij welke taken en bevoegdheden u een dergelijke commissie wilt geven. Antwoord: Het komende jaar is onze aandacht sterk gericht op het vergroten van de betrokkenheid van inwoners en organisaties. Wij zien het als een overgangsjaar, waarin wij gezamenlijk zoeken naar een nieuwe werkwijze en aanpak. We creëren met andere woorden ruimte voor de ontwikkeling van een gericht dorpenbeleid. Daarbij beseffen wij ons goed, dat dit proces een langere adem moet hebben. Op drie manieren willen wij de betrokkenheid van bewoners sterker stimuleren; 1. De afstand tot de lokale overheid is groot en de rol van de gemeente als overheid verandert. Met de besturen van de verenigingen voor Pleatslik Belang willen wij zoeken naar nieuwe omgangsvormen. Een eerste notitie over de rol van de gemeentelijke overheid en de betrokkenheid van de dorpen daarbij is door ons begin van dit jaar gepresenteerd onder de titel 'Underweis nei nije omgongsfoarmen Daarin staat communicatie centraal en wij verkennen in deze notitie de onderlinge verdeling van verantwoordelijkheden. 2. Het experiment met Reduzum op het gebied van dorpsbeheer wordt gecontinueerd. Bovendien willen wij in de komende jaren - op basis van vrijwilligheid - in principe alle dorpen in de gelegenheid stellen zelfbeheer ter hand te nemen. De condities in termen van menskracht en middelen vanuit de gemeente zullen daarmee gelijke tred moeten houden. 3. De manier waarop wij met de dorpen het beleid vorm kunnen en willen geven hebben wij nog niet nader uitgewerkt. Wij vinden het van groot belang hierover met de verenigingen van pleatslik belang hierover van gedachten te wisselen. Ter uitwerking van de Kadernota hebben wij een aantal activiteiten specifiek benoemd, die dorpsgerichte activiteiten zullen ondersteunen zie daarover verderop in deze antwoordnota). In ons zoeken naar nieuwe wegen samen met betrokkenen past naar onze mening niet, dat op voorhand de structuur van een commissie en de taken en bevoegdheden worden vastgelegd. Als zodanig past deze opstelling uitstekend in de hierboven beschreven vormen van stimuleren van betrokkenheid van inwoners van onze gemeente. 6. Vraag: U spreekt van een "noodzakelijke groei" .Hoe groot moet die groei zijn en wat moet groeien om als gemeente zelfstandig te kunnen functioneren? Antwoord: Antwoordnota begroting 1999 30-10-1998 Gemeente Boarnsterhim blz. 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1998 | | pagina 36