Beleidstaak Cultuur en Recreatie
Kadernota sociaal cultureel werk
De visie van uw raad op het gebied van het sociaal cultureel beleid is vastgelegd in de Kadernota.
Het spanningsveld tussen doelen en financiële mogelijkheden heeft geleid tot een gefaseerde
invulling van het voorgestane beleid. Inmiddels is hieraan reeds belangrijke invulling gegeven. Op
deze plaats noemen wij het jeugd- en jongerenwerk, de speelplaatsen, bibliotheek en de
opwaardering van de gemeentelijke sportterreinen.
Voor het Jeugd- en Jongerenwerk is per 1 oktober 1998 een jongerenwerker aangesteld ter
ondersteuning van het bestaande en in opbouw zijnde jeugdwerk. Daarnaast zijn gelden ingezet
voor het omzetten van de jeugdsoossubsidiëring in een activiteitensubsidiëring. Bovendien is een
budget ingezet ter ondersteuning van het vrijwilligerswerk in de gemeente. Het
speelplaatsenbeleid heeft vorm gekregen in de samenwerking met de Speelgroep Boarnsterhim. Er
zijn investeringen gedaan om de bestaande speelvoorzieningen aan veiligheidsnormen uit het
besluit Veiligheid Attractie- en speeltoestellen te laten voldoen. Daarnaast worden gelden ingezet
ten behoeve van het beheer en onderhoud.
Verder is met de Openbare Bibliotheek Boarnsterhim een convenant gesloten met betrekking tot
subsidiëring.
Voor de laatste fase van het groot onderhoud sportterreinen is in deze begroting incidentele ruimte
vrijgemaakt ten bedrage van 190.000,=. Voorgesteld wordt dit bedrag voor dat doel te
reserveren.
Op basis van de in de Kademota vastgestelde behoefte aan extra middelen voor de administratie
van de muziekschool zijn in deze begroting daarvoor structurele middelen opgenomen.
Voor de verdere invulling van de Kademota zijn wij erin geslaagd een bedrag van /200.000,= vrij
te maken. Deze middelen willen wij inzetten ter stimulering van initiatieven uit de gemeenschap.
Wij denken daarbij in het bijzonder aan accommodatiebeleid, dorpsactiviteiten en continuering
van de inzet voor jeugd- en jongerenwerk voor 1999. Bovendien willen wij met deze gelden
activiteiten ondersteunen die worden verricht in het kader van Simmer 2000. Onze zienswijze ten
aanzien van stimulering van dorpsgerichte activiteiten heeft ertoe geleid dat de budgetten die in de
investeringsplannen zijn opgevoerd voor verwijzingsborden in de dorpen thans zijn ondergebracht
in het voorgestelde bedrag van 200.000,=. Op deze wijze stellen wij de betrokken
dorpsgemeenschappen in de gelegenheid invulling te geven aan de wensen die daar leven. Om
hieraan invulling te kunnen geven zullen wij in overleg treden met vertegenwoordigers van de
dorpen. Onze gedachten gaan uit naar het instellen van een speciale commissie.
Voor de musea hebben wij kunnen bereiken dat invulling kan worden gegeven aan verhoging van
de subsidie tot een bedrag van 5.000,=.
Even als in 1998 willen wij graag op deze plaats de aandacht vestigen op ons beleid voor
gemeentelijke garantstelling. Incidenteel wordt de gemeente namelijk verzocht garant te staan
voor leningen. In principe wordt op dergelijke verzoeken uiterst terughoudend gereageerd. In
bijzondere omstandigheden moet het echter mogelijk zijn op een dergelijk verzoek postief te
besluiten. Afwegingscriteria bij de beoordeling van garantsstellingen zijn onder meer het
maatschappelijke belang van de instelling of organisatie en de meerwaarde die men wil bereiken.
Daarnaast is het effect dat met de garantstelling wordt bereikt van belang. Daarnaast moet
vanzelfsprekend de exploitatie als gevolg van het afsluiten van de lening niet in het
gedrangkomen. De beoordeling van dergelijke aanvragen blijft maatwerk, waarbij wij telkens op
basis van de afwegingscriteria tot een beoordeling komen.
Beleidsbegroting 1999
1-8
gemeente Boarnsterhim