8 H.G. Heidoorn, Leeuwarden
in zijn zienswijze stelt reclamant een aantal thema's aan de orde die
hij ook al naar voren heeft gebracht tijdens de inspraakprocedure:
De ontsluiting van de recreatiewoning
Reclamant heeft bezwaar tegen het feit dat de ontsluiting van zijn
recreatiewoning niet is vastgelegd in het bestemmingsplan.
Naar aanleiding van de inspraakprocedure hebben wij er op
gewezen, dat een bestemmingsplan niet het juridische instrument is
om ontsluiting en bereikbaarheid te garanderen. De openbaarheid
van wegen wordt vastgelegd in de gemeentelijke "wegenlegger".
Daarnaast zijn er vaak allerlei regelingen in de zin van het zakelijke
recht (notariële akte).
De bouwmogelijkheden ten westen van de bestaande woning
Reclamant vraagt om aanpassing van de plankaart. Wij begrijpen
zijn zienswijze zo, dat hij in de plaats van de aanduiding
"oeverstrook" de aanduiding "recreatiewoningen" wenst. De reden
hiervan is dat de reclamant een eenvoudig botenhuisje wil bouwen
op dit buitendijkse stukje land.
De reclamant onderbouwd dit door er enerzijds op te wijzen, dat in
het verleden hier ook een eenvoudige voorziening heeft gestaan en
anderzijds door er op te wijzen, dat op deze plaats door de wat
hogere ligging geen sprake is van actuele natuur- en
landschapswaarden.
Los van de aanduiding "oeverstrook" mogen in het plangebied geen
vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd. Dit betekent dat bij een
recreatiewoning ook geen schiphuis mag worden gebouwd.
14
0250673.NOZ