11 P. Tjeerdsma, Grou
De reclamant maakt bezwaar tegen de aanleg van het nieuwe
kanaal ter ontsluiting van het natte bedrijventerrein en tegen de
aanleg van de nieuwe jachthaven. De reclamant motiveert dit door te
wijzen op de aantasting van zijn woongenot. Tevens acht reclamant
dit voornemen strijdig met eerder met hem gemaakte afspraken.
Reclamant ging er blijkbaar van uit dat de omgeving van het door
hem bewoonde woon/werkcomplex agrarisch gebied zou blijven. Zijn
verwachting was gebaseerd op gesprekken die plaatsvonden tijdens
de grondoverdracht en tijdens de vergunningsprocedures voor het
bedoelde gebouw.
Het is juist, dat op dat moment verwezen werd naar het
bestemmingsplan Buitengebied in voorbereiding. Het is ook juist dat
door diverse instanties heel kritisch is omgegaan met de
bouwaanvraag in het buitengebied. Het is ook juist dat op dat
moment niet verwezen is naar in voorbereiding zijnde ontwikkelingen
zoals nieuwe bedrijvigheid, om de eenvoudige reden dat daarvan
destijds geen sprake was. En het is ook juist, dat naast het
onderwerpelijke plan het bestemmingsplan Biensma II in procedure
is en dat enige tijd geleden het Ontwerp-Structuurplan voorgelegd is
voor inspraak en overleg.
De suggestie dat voornoemde plannen steeds uitgesteld en
gewijzigd worden, zodanig dat zij zich inmiddels op onderdelen
tegenspreken is onjuist, evenals de opmerking dat betrokkenen niet
worden geattendeerd op voor hen ingrijpende (grens)wijzigingen.
Reclamant heeft exact dezelfde rechten en mogelijkheden als alle
berokkenen. En de gemeente heeft naast de gebruikelijke
advertenties de voornemens over Grou-Noord in samenhang met het
Waterfront regelmatig bekend gemaakt en openbaar bediscussieerd.
Met betrekking tot de stelling dat de in het bestemmingsplan
bedoelde ontwikkelingen een onevenredige aantasting vormen van
het woongenot van reclamant, heeft een uitgebreide
gedachtenwisseling met reclamant plaatsgevonden. Dit heeft geleid
tot een afspraak over de vormgeving van de oever van de te graven
vaarweg. Van gemeentewege is in dat kader de toezegging gedaan
dat langs het te graven vaarwater een afschermend dijkje zal worden
aangebracht tot een hoogte van 1.50 FZP, waarvan het
binnentalud zal worden ingericht in de vorm van een natuurlijke
groene oever.
0250673.N02
17