- 4 -
Artikel 8.
voorschriften verbonden aan een ontheffing
Het is verboden te handelen in strijd met een aan een ontheffing of
vergunning verbonden voorschrift.
Artikel 9.
Procedure met betrekking tot de aanwijzing van ligoevers.
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ligoevers aan te wijzen
als bedoeld in artikel 2 lid 2 sub a.
2. Bij de aanwijzing kan worden bepaald dat deze slechts gedurende
een bepaalde periode van kracht is en/of slechts voor één of meer
categorieën vaartuigen zal gelden.
3. Burgemeester en wethouders winnen, alvorens tot ter inzagelegging
als bedoeld in lid 4 over te gaan, het advies in van, zoveel
mogelijk, de publiekrechtelijke beheerder(s) van de betrokken
oever(s) en het (de) betrokken water(en).
4. Op de voorbereiding van een besluit als bedoeld in het eerste lid
is de in afdeling 3.4 van de Awb geregelde procedure van toepas
sing.
5. In de aanwijzing zelf wordt het tijdstip bepaald waarop zij in
werking treedt.
Artikel 10.
Procedure met betrekking tot de aanwijzing van oevers en/of wateren
waar het verboden is aan te leggen» te ankeren» of te varen.
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd oevers en/of wateren aan
te wijzen als bedoeld in artikel 3, artikel 5 en artikel 6, waar
het verboden is aan te leggen, te ankeren of te varen.
2. Ten aanzien van het gebruik van de in lid 1 bedoelde bevoegdheid
zijn de leden 2 t/m 5 van artikel 9 van overeenkomstige toepas
sing.
Artikel 11.
Strafbepaling
Overtreding van een in deze verordening neergelegde verbodsbepaling
wordt bestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een
geldboete van de tweede categorie.
Artikel 12.
Toezicht op de naleving van de verordening.
Met het toezicht op de naleving van deze verordening zijn belast,
behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafverordening genoem
de ambtenaren, de door burgemeester en wethouders aan te wijzen ambte
naren der gemeente.
HBLIGPL.VER/RAAD/4