GEMEENTE BOARNSTERHIM
VOORSTEL
Vergadering 27 april 1999
Agendapunt 3
Portefeuillehouder
Y. Dijkstra
Grou, 16 april 1999.
AAN DE GEMEENTERAAD
ONDERWERP
Voorstel tot wijziging van artikel 46 van het Reglement van orde van
de gemeenteraad (i.v.m. opnemen bepaling van onderzoek geloofsbrieven
voor leden raadscommissies die geen raadslid zijn), voorstel tot het
benoemen van leden van raadscommissies alsmede voorstel tot het (als
nog) onderzoeken van geloofsbrieven van leden van raadscommissies.
KORTE INHOUD
In verband met de benoeming van de heer K.G. van den Berg als voor
zitter van de Bestuurscommissie van het Openbaar Onderwijs, verzoekt
de fractie van D66 uw raad bij brief van 15 november 1998 om de verte
genwoordiging van D66 in de raadscommissies gewijzigd vast te stellen.
De fractie van D66 draagt drie kandidaten ter benoeming voor die geen
lid van de gemeenteraad zijn.
Artikel 46 lid 3 van het Reglement van orde van de gemeenteraad (het
Reglement) biedt hiertoe de mogelijkheid.
Het Reglement bevat echter niet de mogelijkheid om geloofsbrieven van
niet-raadsleden te onderzoeken; wij achten deze omissie in ons Regle
ment niet wenselijk.
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
I. Wij stellen uw raad voor om artikel 46 van het Reglement te wijzi
gen in die zin dat het geloofsbrievenonderzoek van overeenkomstige
toepassing kan worden verklaard bij de toelating van niet-raadsleden
tot raadscommissies.
II. Voorts stellen wij uw raad voor om de samenstelling van de raads
commissies te wijzigen conform het verzoek van de fractie van D66 (en
conform het verzoek van de fractie van CDA); alvorens uw raad tot
benoeming overgaat dienen op grond van artikel 4 van het Reglement de
geloofsbrieven van de dames A.W. Nugteren-Schell en L.M. Wuite-Geurt-
se en de heer T.K.D. Gerber te worden onderzocht.
Gelet op de discussie die in de raadscommissie heeft plaatsgevonden
(zie "Advies Raadscommissie" ten aanzien van de benoeming van niet-
raadsleden in de commissies) is ons coiiege voornemens om de ervarin
gen die met de benoeming van niet-raadsleden in raadscommissies wor
den opgedaan, binnen een jaar met uw raad te evalueren.
RDVSD66/RAAD/1