- 12 -
aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan gele
verde goederen of diensten"
Artikel 2
De Wiw en het Buf dragen de uitvoering van de taken op aan de gemeen
te (dit is de gemeenteraad). In dit artikel legt de raad de bevoegd
heid om over subsidie-aanvragen te beslissen neer bij burgemeester en
wethouders
Artikel 3
Met het vaststellen van een subsidieplafond worden de aanspraken op
subsidies beperkt tot een bepaald bedrag. Hierdoor wordt een open-ein
de regeling voorkomen. Overschrijding van het budget is op zichzelf
geen harde weigeringsgrond. Het enkele feit dat een begrotingspost is
uitgeput, is een onvoldoende reden voor een bestuursorgaan om een sub
sidie te weigeren. Met het vaststellen van een subsidieplafond wordt
dit probleem opgelost.
Op basis van artikel 3, eerste lid stelt de raad het subsidieplafond
jaarlijks vast. Op grond van artikel 4:25, tweede lid, Awb moeten sub
sidie-aanvragen worden afgewezen als de verstrekking zou leiden tot
overschrijding van het subsidieplafond. Het pakket op maat en voorzie
ningen die worden verstrekt in geld zijn subsidies in de zin van de
Awb.
Voorzieningen in natura en toeleidingstrajecten (waaronder de REA-be-
oordeling) zijn geen subsidies in de zin van de Algemene wet bestuurs
recht en zouden dus niet onder het subsidieplafond vallen. Daarom is
in het tweede lid voor de overige aanvragen geregeld dat hier een bud
getplafond voor kan worden vastgesteld. In het derde lid is opgenomen
dat ook de overige aanvragen (niet-subsidies) kunnen worden geweigerd
als daarmee het budgetplafond wordt overschreden. Deze twee bepalin
gen zijn facultatief. De gemeente moet een subsidieplafond vaststel
len en kan daarnaast de keuze maken ook een budgetplafond vast te
stellen. Als de gemeente ook het tweede en derde lid in de verorde
ning opneemt, betekent dat dat zowel aanvragen voor subsidies, voor
zieningen als toeleidingstrajecten (waaronder de REA-beoordeling) kun
nen worden geweigerd als het REA-scholings- en activeringsbudget
wordt overschreden.
Omdat de gemeente de kosten van de subsidie in de vorm van een plaat
singsbudget volledig bij het ministerie kan declareren, loopt zij bij
deze subsidie geen enkel financieel risico. Om deze reden hoeft voor
deze subsidie geen subsidieplafond te worden vastgesteld.
Het subsidieplafond (en indien de gemeente daarvoor kiest het budget
plafond) is gelijk aan het bedrag dat op de begroting voor de desbe
treffende taak is gereserveerd. Het vaststellen van een plafond is
dus een louter administratieve aangelegenheid die door burgemeester
en wethouders kan worden verricht. Het subsidieplafond moet vóór het
begin van de periode waarvoor het geldt worden bekendgemaakt (artikel
4:27 lid 1 Awb). In deze verordening wordt gekozen voor de periode
van een begrotingsjaar. Dit sluit aan bij de periode waarvoor het
scholings- en activeringsbudget door het rijk wordt verstrekt. Op
grond van artikel 4:34, eerste lid Abw kan een subsidie worden ver
leend ten laste van een begroting die nog niet is goedgekeurd of vast
gesteld onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking wor
den gesteld (begrotingsvoorbehoud)
REA.V0/RAAD/12