- 13 - Bij het vaststellen van het REA-subsidieplafond moet het beschikbare REA-budget worden verminderd met het verplicht besteedbare deel bij Arbeidsvoorziening, dit deel kan immers niet aan subsidies worden uit gegeven. Om deze reden wordt in artikel 3, eerste lid verwezen naar artikel 14a, eerste lid Buf. Het tweede lid van artikel 14a gaat im mers over de verplichte inkoop bij Arbeidsvoorziening. Het is wel mo gelijk een deel van het Wiw-scholings- en activeringsfonds te gebrui ken voor subsidies op grond van de Wet REA. Het plafond kan dus hoger worden vastgesteld dan het vrij besteedbare REA-budget. Om deze reden kan aan artikel 3, eerste lid ook een verwijzing naar artikel 14 van het Buf worden opgenomen. Deze aanvulling is facultatief. Het budgetplafond in het tweede en derde lid is van toepassing op het totale scholings- en activeringsbudget, daarom wordt verwezen naar ar tikel 14a en 14 van het Buf. Deze bepalingen zijn facultatief en ook hier is de verwijzing naar artikel 14 van het Buf (totale WIW-scholings- en activeringsbudget) facultatief. Artikel 4 Artikel 4:26, tweede lid, Awb schrijft voor dat als een subsidiepla fond wordt vastgesteld, op hetzelfde moment ook de wijze van verde ling moet worden vermeld. Artikel 4 geeft deze verdeelregelOmdat subsidies gedurende het gehele begrotingsjaar kunnen worden aange vraagd, geldt als verdeelcriterium: "wie het eerst komt, die het eerst maalt". De keuze voor deze verdeling is gemaakt om dit jaar het beschikbare budget volledig te kunnen verdelen en het risico van te rugvordering te beperken. Als gemeenten van de reïntegratie van ar beidsgehandicapten een groot succes maken kan dit op termijn leiden tot hogere budgetten voor gemeenten. Op de lange termijn zou deze verdeling tot oneerlijke situaties kun nen leiden. De gemeente kan natuurlijk ook de keuze maken de verde ling op basis van door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde verdeelregels te laten plaatsvinden. De verdeling vindt dan plaats op basis van vastgesteld beleid. Een andere mogelijkheid is een zogenaamd "tendersysteem", waarbij de aanvragen voor een be paald tijdstip (bijvoorbeeld 1 april 1999) moeten worden ingediend, waarna op grond van kwalitatieve criteria een rangorde kan worden be paald. Dit systeem maakt het mogelijk om de kwalitatief beste aanvra gen met voorrang te honoreren. Op het moment dat meer zekerheid be staat over de REA-budgetten voor gemeenten is een tendersysteem wel licht beter dan het nu gekozen "wie het eerst komt, die het eerst maalt"- systeem. In de definitieve modelverordening kan hier een ande re keuze worden gemaakt. Artikel 5 In artikel 7a, zesde lid van het Buf staat dat een aanvraag voor sub sidie in de vorm van een plaatsingsbudget niet in behandeling wordt genomen als de werkgever deze aanvraag later dan vier weken na aan vang van het dienstverband indient. In artikel 7b, tweede lid van het Buf staat dat een aanvraag voor subsidie in de vorm van een pakket op maat in het geval dat reeds een subsidie in de vorm van een plaat singsbudget is verstrekt, uiterlijk binnen dertien weken na de ver strekking van het plaatsingsbudget moet zijn ingediend. Voor het ove rige worden zowel in de Wiw als in het Buf geen termijnen genoemd waarbinnen de subsidie-aanvragen moeten zijn ingediend. Om die reden wordt in artikel 5 een regeling gegeven voor de aanvraag- termijn van de overige subsidies. Dit artikel bepaalt dat deze aanvra gen binnen twee maanden na aanvang van het dienstverband respectieve lijk de Wiw-dienstbetrekking of de proefplaats van de arbeidsgehandi- REA.VO/RAAD/13

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1999 | | pagina 57