- 16 -
de lid van de verordening is bepaald dat de gemeente bij een pakket
op maat hoger dan f 150.000,00 rekening kan houden met het bedrijfs
economisch voordeel voor de werkgever.
Artikel 10
In artikel 10 wordt bepaald dat de werkelijke kosten van de voorzie
ningen als scholing, aanpassing van de werkplek en vervoersvoorzienin
gen 100% vergoed worden, als deze naar het oordeel van burgemeester
en wethouders noodzakelijk, sober en doelmatig zijn. Ook bij het Lisv
en het CBA geldt het uitgangspunt van 100% kostenvergoeding. De ge
meente kan hiervan echter wel afwijken en bijvoorbeeld besluiten tot
maximaal 80% te vergoeden. Dit moet dan in de verordening worden opge
nomen. Voor de overige subsidies zoals de loonkostensubsidie, de een
malige trainings- en begeleidingssubsidie, de persoonlijke ondersteu
ning en de communicatievoorzieningen voor doven zijn in het Buf al
nadere regels gesteld ten aanzien van de maximale vergoeding.
Voor een pakket op maat geldt dat de gemeente vanaf een subsidie van
f 150.000,00 rekening kan houden met het bedrijfseconomisch voordeel
van de werkgever. Artikel 10, tweede lid bepaalt dat indien de werke
lijke kosten van de voorzieningen waarvoor subsidie wordt aangevraagd
in de vorm van een pakket op maat hoger zijn dan f 150.000,00, bij
de bepaling van de hoogte van het subsidiebedrag rekening kan worden
gehouden met het bedrijfseconomisch voordeel voor de werkgever van de
te treffen voorziening. Deze bepaling is overgenomen uit het Reïnte
gratie- instrumenten-bes luit Wet REA en geldt eveneens voor het Lisv
en Arbeidsvoorziening.
Artikel 11
In artikel 7a, derde lid van het Buf staat dat de gemeente de subsi
die in de vorm van een plaatsingsbudget geheel of gedeeltelijk kan
weigeren als de subsidie wordt aangevraagd voor een arbeidsgehandicap
te voor wie de werkgever reeds eerder subsidie op grond van de Wet
REA of een plaatsingsbudget of pakket op maat op grond van de Wiw of
de Arbeidsvoorzieningswet heeft ontvangen. De verwijzing naar deze
weigeringsgrond is in deze verordening opgenomen, zodat de gemeente
ook een aanvraag voor andere subsidies op deze grond kan weigeren.
Ook de Awb bevat een aantal weigeringsgronden. Artikel 4:25 Awb be
paalt dat een subsidie moet worden geweigerd als door verstrekking
van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden. Artikel
4:35, lid 1 Awb bepaalt dat de subsidieverlening kan worden geweigerd
indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat
a de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;
b de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden
verplichtingen;
c de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verant
woording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de
daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voorzover deze voor de
vaststelling van de subsidie van belang zijn.
Het tweede lid van artikel 4:35 Awb bepaalt dat de subsidieverlening
voorts in ieder geval kan worden geweigerd indien de aanvrager:
a in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens
heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een on
juiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid;
b failliet is verklaard of aan hem surseance van betaling is ver
leend, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.
REA.V0/RAAD/16