Artikel 10. Verslaglegging; informeren raad
1. Burgemeester en wethouders maken een verslag van het
overleg.
2. Het verslag bevat een overzicht van de besproken
onderwerpen, waarbij per onderwerp wordt aangegeven:
a. of het bepaalde in artikel 2, tweede lid,
onder a of b van toepassing is;
b. of volledige, geen volledige of geen
overeenstemming is bereikt;
c. de in het overleg door de deelnemers naar
v°£"sn 9®b^achte zienswijzen en indien van
toepassing - de zienswijzen als bedoeld in artikel 5
derde lid;
d. de door de portefeuillehouder onderwijs in het
overleg toegezegde wijzigingen in het oorspronkelijke
voorstel.
Indien artikel 9, eerste lid van toepassing is, wordt
hiervan eveneens een weergave opgenomen in het verslag.
3. Het overlegorgaan stelt het verslag vast. In afwijking
hiervan kunnen burgemeester en wethouders
spoedheidshalve het verslag ter commentaar toezenden aan
de schoolbesturen. Binnen 1 week na de dag waarop het
conceptverslag is toegezonden, maken de schoolbesturen
die deel hebben genomen aan het overleg schriftelijk hun
opmerkingen over het concept van het verslag kenbaar.
Burgemeester en wethouders stellen het verslag vast met
inachtneming van de opmerkingen.
4. Burgemeester en wethouders brengen het verslag
gelijktijdig met het voorstel over het onderwerp ter
kennis van de raad. Voorzover burgemeester en wethouders
afwijken van de tijdens het overleg naar voren gebrachte
zienswijzen, wordt dit gemeld in het voorstel aan de
raad. Daarbij geven zij de redenen aan van het niet of
niet geheel overnemen van deze zienswijzen.
Artikel 11. Heropening overleg
1. Indien uit het oordeel van de betrokken raadscommissie
over het voorgenomen voorstel aan de raad over een
onderwerp blijkt dat de meerderheid van de
raadscommissie of een deel van de raadscommissie dat
volgens burgemeester en wethouders geacht wordt een
meerderheid in de raad te vertegenwoordigen, van oordeel
is dat het voorstel inhoudelijk bijstelling behoeft, dan
kan een heropening van het overleg plaatsvinden.
Burgemeester en wethouders beslissen daarover. Zij
heropenen het overleg in ieder geval indien de
inhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een
onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a,
waarover overeenstemming in het overlegorqaan was
bereikt.
2. Indien burgemeester en wethouders het overleg heropenen,
dan roepen zij het overlegorgaan zo spoedig mogelijk
bijeen, doch uiterlijk vóór het moment waarop de raad
een definitief besluit neemt over het onderwerp. In dit
overleg hebben de vertegenwoordigers de gelegenheid om
hun zienswijze te geven op het oordeel van de
raadscommissie. Burgemeester en wethouders informeren de
raad over het resultaat van dit overleg in de vorm van