2ALGEMENE TOELICHTING
i-iGoed overleg; belangrijk instrument voor lokaal
onderwijsbeleid
Door de decentralisatie van een aantal rijkstaken op
onderwijsgebied naar de gemeenten zullen op lokaal niveau
gemeenten en schoolbesturen in toenemende mate met elkaar in
overleg treden. Ze zijn de centrale partners in het lokaal
onderwijsbeleid. Daarnaast zijn andere hierbij betrokken,
zoals de schoolbegeleidingsdienst, welzijnsinstellingen en de
jeugdhulpverlening. Afhankelijk van de onderwerpen zullen ook
zij bij het lokale overleg betrokken worden.
Overleg is het belangrijkste instrument van het lokaal
onderwijsbeleid. Overleg maakt het mogelijk om van de
beleidsontwikkeling een interactief proces te maken. Een
proces waarin de concrete vraagstukken die zich in de
gemeente voordoen, worden opgepakt. De gezamenlijke analyse
en aanpak, dicht bij de onderwijspraktijk, maken maatwerk in
de vorm van op de lokale situatie toegesneden oplossingen
mogelijk. Uiteraard binnen het kader van de wet- en
regelgeving. Daarin zit de meerwaarde van lokaal onderwijs.
Goed en constructief overleg veronderstelt dat de
overlegpartners hun uiterste best doen om tot consensus te
komen. In de wet- en regelgeving rond het lokaal
onderwijsbeleid heeft de wetgever de consensusgedachte tot
uiting gebracht door de introductie van de terminologie van
"op overeenstemming gericht overleg". Zo kan een gemeenteraad
een vierjaarlijks plan voor de bestrijding van
onderwijsachterstanden pas vaststellen nadat daarover met de
schoolbesturen op overeenstemming gericht overleg is gevoerd.
Het belang dat de wetgever hecht aan goed en serieus overleg
komt ook tot uiting in de wettelijke verplichting voor
gemeenten om voor de diverse domeinen van het lokaal
onderwijsbeleid een regeling vast te stellen voor het overleg
met de schoolbesturen zie ook paragraaf 2In deze regeling
dienen met name procedurele en organisatorische aspecten rond
de inrichting van het overleg te worden vastgesteld.
De voorliggende VNG-voorbeeldverordening biedt een
handreiking voor een dergelijke regeling. Het model is
gebaseerd op de VNG-voorbeeldverordening Procedure overleg
huisvesting onderwijs (juli 1996), die daartoe is "omgebouwd"
tot een verordening die ziet op het overleg over de volle
breedte van het lokale overheidshandelen op onderwijsgebied.
Uitgangspunten bij de opzet van deze voorbeeldverordening
zijn:
- Samenhang: Er is gekozen voor de instelling van een
overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid waarin de hoofdlijnen
van het lokaal beleid als geheel besproken kunnen worden.
Verkokering door opsplitsing in een afzonderlijk bestuurlijk
overleg voor bijvoorbeeld huisvesting, achterstandenbeleid en
schoolbegeleiding moet worden voorkomen. Voorbereiding en
uitwerking van hoofdlijnen kunnen natuurlijk zinvol zijn in
aparte overleggremia (werkgroepen die ingesteld worden door
het overlegorgaan)