Het betreft hier allereerst de onderwerpen van de gemeentelijke besluitvorming over onderwijs waarvoor de wetgever het verplichte op overeenstemming gericht overleg" heeft voorgeschreven (zie ook artikel 2, tweede lid, onder a van de voorbeeldverordening). Hierbij is ervoor gekozen om de formulering algemeen te houden en niet te verwijzen naar de specifieke vindplaatsen in de onderwijswetgeving. Dit heeft als voordeel dat de voorbeeld-verordening niet hoeft te worden aangepast wanneer de wetgever zou besluiten om het op overeenstemming gericht overleg voor te schrijven ten aanzien van nieuwe (te decentraliseren) taken. Tevens kan de voorbeeldverordening ook worden toegepast voor die onderwerpen van het lokaal onderwijsbeleid waarop de figuur van het op overeenstemming gericht overleg formeel niet van toepassing is (zie artikel 2, tweede lid, onder b van de voorbeeldverordening). Hierbij kan onder meer worden gedacht aan de vaststelling van een gemeentelijke regeling over de materiële financiële gelijkstelling of aan de uitvoering van de leerplicht en de bestrijding voortijdig schoolverlaten. Het bepaalde in de voorbeeldverordening is hierop echter niet ten volle van toepassing. Een aantal bepalingen (zie artikel 9 van de voorbeeldverordening) blijft buiten toepassing. Dit houdt verband met het gegeven dat de adviestaak van de Onderwijsraad en de daarbij behorende processuele bepalingen alleen zien op onderwerpen waarop het wettelijk voorgeschreven op overeenstemming gericht overleg van toepassing is. 4Vaststelling nieuwe verordening Ervan uitgaande dat de wetgeving inzake onderwijsachterstandenbeleid en schoolbegeleiding nog voor het zomerreces van het parlement worden geplaatst in het Staatsblad, kan vanaf dat moment worden overgegaan tot vaststelling van een nieuwe overlegverordening. De gemeentelijke besluitvorming over de nieuwe taken (met name GOA en OALTmoet uiterlijk per 1 augustus 1998 hebben plaatsgevonden. Voorafgaande aan deze besluitvorming moet het voorgeschreven overleg met alle schoolbesturen zijn afgerond. Terug rekenend vanaf 1 augustus 1998 is het van belang dat de formele basis voor dit overleg (de overlegverordening) in het najaar van 1997 september/oktober/novemberwordt vastgesteld. De vaststelling kan op twee manieren: De bestaande verordening Procedure overleg huisvesting onderwijs wordt gewijzigd en daardoor qua reikwijdte verbreed tot de onderwerpen van het lokaal onderwij sbeleid De bestaande verordening procedure overleg huisvesting onderwijs wordt geheel ingetrokken en daarvoor in de plaats treedt de nieuwe verordening overleg lokaal onderwij sbeleid In het voorliggende model is uitgegaan van de laatste benadering omdat de bestaande voorbeeldverordening voor het overleg onderwijshuisvesting wordt verbreed naar andere domeinen van het lokaal onderwijsbeleid en daardoor op een groot aantal plaatsen is gewijzigd (inclusief de toevoeqing van enkele nieuwe artikelen)

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1999 | | pagina 43