onderwijsachter-standenplan van toepassing op een op het
grondgebied van de gemeente gelegen nevenvestiging van een
school (zie artikel 110b, vijfde lid, WBO). De verordening
gaat uit van de territoriale werking van de regelgeving, dat
wil zeggen dat alle rijks bekostigde scholen en
nevenvestigingen die gelegen zijn op het grondgebied van de
gemeente onder de werking van de verordening vallen
Deze benadering maakt het noodzakelijk dat de gemeente goed
nagaat welke schoolbesturen in aanmerking komen voor deelname
aan net overleg.
Tijdens het op overeenstemming gericht overleg kan de
gemeenteraad de Onderwijsraad verzoeken om een advies uit te
brengen over een onderwerp waarop het op overeenstemming
gericht overleg van toepassing is. De gemeenteraad moet dit
verzoek doen indien een schoolbestuur dit wenst zie verder
toelichting op artikel 2 en 9).
Artikel 2Functie overlegorgaan
In het overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid wordt tussen de
gemeente en alle schoolbesturen overleg gevoerd over de
verschillende facetten van het lokaal onderwijsbeleid. Met de
instelling van het overlegorgaan wordt beoogd het wettelijk
voorgeschreven overleg te institutionaliseren.
Di^\ .9ezien het feit dat dit overleg qua intensiteit en
reikwijdte toeneemt door de decentralisatie van bepaalde
onderwijstaken naar de gemeente.
Er is voor gekozen om de verordening overleg over lokaal
onderwijsbeleid niet alleen te richten op de onderwerpen
waarvoor wettelijk het op overeenstemming gericht overleg is
voorgeschreven, maar te kiezen voor een brede opzet. Gezien
de samenhang tussen de verschillende wetten en tevens uit
oogpunt van harmonisatie en effectiviteit heeft een brede
overlegprocedure de voorkeur. Zo kan de eventuele
vaststelling van een verordening voor de materiële financiële
gelijkstelling een onderwerp van overleg zijn, hoewel hierbij
het voeren van op overeenstemming gericht overleg niet door
de wetgever is voorgeschreven. Daarnaast is ervoor gekozen om
het overleg niet op te splitsen naar onderwerp of
schoolsoort: zo blijft de integeraliteit van het beleid het
best gewaarborgd. Dit laat onverlet dat gegeven de lokale
behoefte de voorbereiding van het finale overleg plaats kan
vinden in werkgroepen dan wel deeloverleggen. Ze kunnen
ingericht zijn naar onderwerp (bijvoorbeeld
onderwijshuisvesting of achterstandenbeleid) of schoolsoort
(bijvoorbeeld basisonderwijs of voortgezet onderwijs).
Het voorgeschreven op overeenstemming gericht overleg moet
voldoen aan de wettelijke eisen. Ze hebben betrekking op het
advies van de Onderwijsraad (artikel 9). Op de onderwerpen
waarvoor het op overeenstemming gericht overleg in de wet is
voorgeschreven, is dit artikel exclusief van toepassing.
De wetgever heeft met het op overeenstemming gericht overleer
een zwaarder" type van overleg willen creëren om tot
consensus te komen. Het gemeentebestuur kan immers door zijn
wettelijke competenties dicht raken aan de autonomie van de
scholen.