onderwijsaangelegenheden aan de orde komen. Indien de
raadscommissie of een deel daarvan dat een meerderheid
vertegenwoordigt in de raad aanleiding ziet voor een
standpunt om te komen tot inhoudeli-ikg bijstellingen in het
voorstel van burgemeester en wethouders, dan kan dit
aanleiding zijn om het overleg bijeen te roepen.
In één geval moeten burgemeester en wethouders het overleq
heropenen, namelijk indien dit oordeel betrekking heeft op
inhoudelijke onderdelen van het voorstel waarover in het op
overeenstemming gericht overleg overeenstemming was bereikt.
Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat deze consensus een
zwaarder gewicht kan hebben dan een bereikte overeenstemminq
over een onderwerp waarover de wetgever geen op
overeenstemming gericht overleg heeft voorgeschreven.
Er kunnen zich in dit laatste geval naar aanleiding van de
behandeling in de raadscommissie verschillende situaties
voordoen:
1. Over (onderdelen van) het voorstel dat burgemeester en
wethouders hebben ingebracht bestond in het overleg
volledige overeenstemming. Het afwijkende
meerderheidsstandpunt van de raadscommissie daarover
betekent dus ook een afwijking van de bereikte consensus
in het overleg. In een dergelijk geval heropenen
burgemeester en wethouders het overleg. Het spreekt voor
zich dat het daarbij dient te gaan om aspecten met een
zekere importantie. Vandaar dat gekozen is voor de
formulering dat het moet gaan om een "inhoudelijke"
bijstelling. Het zou bijvoorbeeld overdreven zijn om
voor kleine technische bijstellingen een bestuurlijk
overleg bijeen te roepen.
2. De afwijkende visie van de raadscommissie strookt met de
afwijkende zienswijze zoals die gezamenlijk door de
vertegenwoordigers van de schoolbesturen zijn ingebracht
in het overleg. In een dergelijke situatie lijkt het
opnieuw bijeenroepen van het overleg niet noodzakelijk,
tenzij burgemeester en wethouders dit dienstig vinden
voor hun standpuntbepaling over het
meerderheidsstandpunt van de raadscommissie.
3. De afwijkende visie van de raadscommissie strookt met de
zienswijze zoals die door een deel van de schoolbesturen
in het overleg naar voren is gebracht. In deze situatie
kan het bijeenroepen van het overleg gewenst zijn in
verband met de positie van de schoolbesturen die hun
zienswijze niet gehonoreerd zien. Burgemeester en
wethouders bezien de noodzaak daartoe.
Het voordeel van de in artikel 11 neergelegde procedure is
dat het gemeentelijk besluitvormings-proces voortgang kan
vinden zonder het gewicht van het overleg geweld aan te doen.
Het voorstel van burgemeester en wethouders, al dan niet
bijgesteld naar aanleiding van de behandeling in de
raadscommissie, kan namelijk doorgaan naar de raad. Het
resultaat van het heropende overleg kan vervolgens ter kennis
worden gebracht van de raad. Dit resultaat wordt door de raad
betrokken bij de uiteindelijke besluitvorming. Dit
positioneert de raad ook als hoogste bestuursorgaan in de
gemeente, die alles afwegend een finale beslissing neemt.