3 - p. vervoersvoorzieningen: - een gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door het bestuursorgaan nood zakelijk geachte vervoerskosten van de leerlingen zo nodig diens begeleider; de verstrekking van een abonnement of strippenkaart voor de leerling zo nodig diens begeleider, of aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen: q. permanente commissie 8 leerlingenzorg: de commissie als bedoeld in artikel 23 van de Wet op het primair onderwijs; amenwerkingsverband: hetsamenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de Wet op het primair onderwij s Artikel 2. Vergoeding van de door het bestuursorgaan noodzakelijk te achten vervoerskosten. J 1. Ten behoeve van het schoolbezoek kent het bestuursorgaan aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in deze verordening. 2. Indien het bestuursorgaan toepassing geeft aan het eerste lid verlangen zij dat de ouders, aan wie slechts een gedeeltelijke vergoeding van de vervoerskosten toekomt, hun kinderen van het aldus verzorgde vervoer gebruik laten maken tegen betaling van een bijdrage tot te hoogste het bedrag dat de ouders ingevolge het bepaalde in deze verordening bij moeten dragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de m de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op een vergoeding vervallen; H 3' in dÏZS verordening laten onverlet de verantwoorde lijkheid van de ouders voor het schoolbezoek van hun kinderen. Artikel 3. Vergoeding naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school. 1. Een vergoeding van de vervoerskosten wordt toegekend over de af stand tussen de woning van de leerling en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer met betrek ing tot een verder weg gelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school instemmen; 2. Indien ouders een vergoeding van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 11 of 15 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijsschool dichterbij de woning deie slechts inspraak op een vergoeding naar deze school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan IhLi Sn richting van het onderwijs van alle bijzondere l ij?'/"1 S°°rt waar°P de leerling is aangewezen, die dich ter bij de woning zijn gelegen. VERORDEN.LLV/BS/OW/VERHEIJJ/3

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1999 | | pagina 21