- 7 - Artikel 14. Vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer. 1. Indien aanspraak bestaat op een vergoeding van de vervoerkosten kan het bestuursorgaan de ouders desgewenst toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren. 2. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend vergoedt het bestuursorgaan aan de ouders die één leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren: a. Een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien aanspraak zou bestaan op een vergoeding op basis van de kosten van het openbaar vervoer, behoudens het bepaalde in het vijfde lid; b. Een bedrag op basis van een kilometervergoeding, afgeleid van de Reisregeling Binnenland», indien aanspraak zou bestaan op een vergoeding van de kosten van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid. 3. Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend vergoedt het bestuursorgaan aan de ouders die meer dan een leerling tegelijk zelf vervoeren dan wel laten vervoeren een bedrag op basis van een kilometervergoeding, afgeleid van de Reisregeling Binnenland", behoudens het bepaalde in het vierde lid 4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die van gemeentewege voor het vervoer van één of meer leerlingen een vergoeding ontvangen afgeleid van de "Reis regeling Binnenland", wordt door het bestuursorgaan geen ver goeding verleend. 5. Indien aanspraak bestaat op een vergoeding van de vervoerkosten en het bestuursorgaan desgewenst toestaat, dan wel van oordeel is, dat de leerling gebruik kan maken van het vervoer per fiets vergoedt het bestuursorgaan aan de ouders een bedrag op basis van een kilometervergoeding, afgeleid van de "Reisregeline Binnenland". 5 TITEL 3.BEPALINGEN OMTRENT HET VERVOER VAN LEERLINGEN VAN SCHOLEN VOOR (VOORTGEZET) SPECIAAL ONDERWIJS EN SCHOLEN VOOR SPeSSÏÏ VOORTGEZET ONDERWIJS. brtLlAAL Artikel 15. Vergoeding op basis van de kosten van openbaar vervoer. 1. Het bestuursorgaan kent een vergoeding toe op basis van de kosten van het openbaar vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs of een school voor speciaal voortgezet onderwijs bezoekt indien: a. De leerling een school voor speciaal voortgezet onderwijs ezoekt en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school 6 kilometer of meer bedraagt; De leerling een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school meer dan 2 kilometer bedraagt; VERORDEN.LLV/BS/0W/VERHEIJJ7

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1999 | | pagina 25