- 2 - oorzaak dat de betreffende rijksvergoeding voor enig jaar niet altijd in dat jaar volledig werd gebruikt. Overschotten op de rijksvergoeding worden dan gestort in de betreffende voorziening. Ook komt het voor dat er in enig jaar tekorten zijn op onderdelen. Deze worden dan onttrokken aan de voorziening. Inhoudelijk behoeven de vermelde voorzieningen weinig toelichting, met uit zondering van Wisselwerk. Wisselwerk betrof een project van de gemeente Boarnsterhim, dat overigens inmiddels beëindigd is. Via dit project werd on derwijspersoneel in voorkomende gevallen elders (buiten het onderwijs) ge plaatst. De salariskosten bleven ten laste van de gemeente (Formatiebudget systeem) maar vanuit de projecten waar het onderwijspersoneel geplaatst werd, kwam een bijdrage in de salariskosten. De verrekening van deze inkom sten en uitgaven vond plaats via de voorziening Wisselwerk. Gebleken is dat over 1998 de verrekening van deze salariskosten heeft plaatsgevonden via de voorzieningen Formatiebudgetsysteem. Het resterende saldo van Wisselwerk kan dus worden overgeheveld naar de bestuurscommissie en worden toegevoegd aan de voorziening Formatiebudgetsysteem. Voorgesteld wordt de voorzieningen zoals vermeld in de bijlage op basis van de saldi per 1 januari 1999 over te hevelen naar de bestuurscommissie open baar basisonderwijs Boarnsterhim. De Reserves. In de eerder genoemde bijlage staan 6 reserves vermeld. De opbouw van deze reserves vindt zijn oorsprong in het bekostigingsstelsel (Londo) zoals inge voerd per 1 augustus 1985. De vergoedingssytematiek was er op afgestemd dat de vergoeding over meerdere jaren werd uitgesmeerd. De gemeente reserveerde dit geld om op het juiste moment de vervanging van de betreffende voorzie ning te kunnen bekostigen. De vergoedingstermijn en de financieel technische afschrijvingstermijn liepen in veel gevallen parallel. De opbouw van deze reserves heeft vanuit het verleden plaatsgevonden vanuit verschillende geld stromen. Dit betrof veelal geldstromen bestemd voor de gemeente als zijnde lokale overheid. Op grond van de onderwijsregelgeving diende de gemeente aanvragen te behandelen voor de diverse voorzieningen. De bekostiging van de aanvragen vond in principe ook plaats uit deze reserves. Door wijziging van de Londo-bekostigingssystematiek laatstelijk per 1 janua ri 1997 en het wijzigen van enkele geldstromen van gemeente naar schoolbe sturen, dienden de gemeenten met de schoolbesturen af te rekenen. Dit bete kent dat er voor de bestemde onderdelen geldmiddelen moeten worden overgehe veld naar de schoolbesturen. Dit afrekentrajeet betrekking hebbende op de reserves vermeld onder 1 en 2 in de bijlage heeft in de gemeente Boarnster him reeds plaatsgevonden. Dit heeft tot gevolg dat de reserves welke bij de gemeente Boarnsterhim blijven herschikt kunnen worden aangezien er nu minder bestemmingen aan ten grondslag liggen. De reserves worden onderstaand afzonderlijk toegelicht. 1 en 2. Reserve openbaar en bijzonder basisonderwijs. Dit betreft de voormalige Andere Voorzieningen bestemd voor o.a. onderdelen als technisch onderhoud, technisch en functieverbeterende aanpassingen en vervanging/aanpassing meubilair. Deze geldstroom was bestemd voor de gemeen te als lokale overheid. Indien de schoolbesturen aanvragen voor dit soort voorzieningen indienden werden deze uit beide reserves bekostigd. Per 1 ja nuari 1997 is -zoals eerder opgemerkt- de systematiek veranderd. De gemeente als lokale overheid kreeg de huisvestingstaak voor het primair en voortge zet onderwijs. Op enkele uitzonderingen na betreft dit de nieuwbouw, verbouw en uitbreiding en het onderhoud aan de buitenkant van de schoolgebouwen. De gemeente ontvangt nu via het Gemeentefonds de geldmiddelen voor het uitvoe ren van de huisvestingstaak. Door deze wijziging is ook het Londo- bekostigingsstelsel aangepast. De schoolbesturen ontvangen vanaf 1 januari. 1997 de geldmiddelen voor het onderhoud binnenkant gebouw en vervan ging/aanpassing meubilair. Zij moeten deze voorzieningen vanaf dit tijdstip zelf bekostigen. Over de jaren 1985 tot 1 januari 1997 diende er afgerekend te worden. Dit heeft in de gemeente Boarnsterhim reeds plaatsgevonden. Bovenstaande betekent dat de resterende geldmiddelen -saldi per 01.01.99- zijnde f 252.500,33 en f 98.871,46 bij de gemeente blijven. Gelet op de vroegere en toekomstige bestemming dient dit geld gereserveerd te blijven voor de huisvestingstaak van de gemeente en kan dus worden toege voegd aan de reserve zoals vermeld onder 3. De Reserve Decentralisatie Huis vesting. resvoorzhersch.rvl/2

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1999 | | pagina 58