-13 -
een tekening van de inrichting van de haven hangt. De grote verschillen
vallen meteen op. Al in oktober 1998 heeft het college besloten het
raadsbesluit niet uit te voeren. De aanbesteding vindt namelijk op 18
december 1998 plaats en niet conform het raadsbesluit van 2 september
1997. Vanaf 2 februari 1999 zijn er diverse vragen gesteld. De antwoor
den daarop van de wethouder waren, kan nu geconcludeerd worden, ondui
delijk en onvolledig en zelfs onjuist. De wethouder heeft in de commis
sie steeds de gelegenheid gehad datgene wat verzuimd was te herstellen.
Maar de wethouder deed dat niet. De ene omissie na de andere treedt op.
De raad wordt in dezelfde periode geconfronteerd met het voorberei
dingskrediet voor Terherne. Er worden dan door een aantal fracties ver
manende woorden gesproken. De wethouder biedt excuses aan en belooft
dat het niet weer voor zal komen. Zij bevestigt dat er niets meer ligt
wat zo'n zelfde situatie zou kunnen veroorzaken. Haar fractie stelt
schriftelijk vragen in de commissievergadering van 29 juni. De vragen
worden onvolledig beantwoord. Opnieuw ontstaat er geen duidelijkheid.
Wel komt vast te staan dat het raadsbesluit niet wordt uitgevoerd. Dat
de leden van de commissie dat een ernstige zaak vinden wordt door de
wethouder vrij laconiek van de hand gewezen. Voor de raadsvergadering
van 13 juli wordt een initiatiefvoorstel ingediend teneinde tot duide
lijkheid te komen. Bij meerderheid besluit de raad dit initiatiefvoor
stel eerst in de commissievergadering van 27 juli te behandelen. In de
raadsvergadering van 13 juli zegt de wethouder dat er geen onomkeerbare
zaken zullen gebeuren. Uit de feiten blijkt dat de wethouder deze uit-i
spraak niet waar kan maken. Ook in de commissievergadering van 27 juli
blijken de stukken onvolledig te zijn. Waarom geen uitvoering kan wor
den gegeven aan het raadsbesluit wordt uit de stukken en de beantwoor
ding niet duidelijk. De wethouder vraagt ook geen advies aan de raad
over een mogelijk nieuw raadsbesluit. Dat de uitkomst van ook deze ver
gadering het vertrouwen in de wethouder schaadt is bekend. Het niet
uitvoeren van het besluit van de raad gaat willens en wetens gewoon
door. De raad wordt hierdoor bewust belemmerd in haar werkzaamheden. Er
zijn zaken genoeg waaruit blijkt dat de wethouder de raad niet serieus
neemt. Bij voorstel 15 ligt een beschikking van 9 ton meerkosten van de
sanering, gedateerd 11 december 1998 dus al voor de aanbesteding. In
het raadsvoorstel wordt hier met geen woord over gerept. Dit bevestigt
de conclusie dat de wethouder niet kan aantonen waarom er bezuinigd
moest worden op de inrichting van de haven en waarom het onmogelijk was
het raadsbesluit uit te voeren. De wethouder vond dat er gezeurd moest
worden over steigers en hellingen. Deze houding van de wethouder stelt
haar fractie diep teleur. De besluitenlijst van 13 juli vermeldt niets
over het initiatiefvoorstel en de behandeling. Op eigen verzoek is het
nu op de raadsagenda geplaatst. Haar fractie concludeert dat de wethou
der haar verantwoordelijkheden onvoldoende heeft ingevuld. De kansen
die de raad haar heeft geboden om omissies te herstellen heeft zij niet
benut. Daardoor heeft zij de raad belemmerd in de uitvoering van de
verantwoordelijkheid van de raad.
De heer Smittenberg zegt dat het in feite gaat om het raadsbesluit van
2 september 1997. Is dat raadsbesluit nog steeds de basis waarop het
college handelt? Er kan geconstateerd worden dat een aantal zaken toch
anders zijn gegaan dan in het raadsbesluit was vastgesteld. Dit ondanks
het feit dat de wethouder op 13 juli verklaarde dat de uitvoering con
form het raadsbesluit zou gebeuren. Zijn fractie vindt het nog steeds
nodig dat het oude raadsbesluit wordt herzien omdat er in de uitvoering
wel degelijk een aantal wijzigingen zijn uitgevoerd. Vandaar ook het
inititatiefvoorstelAl in maart 1998 was bekend dat de uitbouw buiten
de oeverlijn door de provincie niet werd geaccepteerd en dat dat tot
riad 2109/13