- 9 - detailhandelsgoederen. Voor de beoordeling van vestigingslocaties voor PDV-vestigingen wordt het door het Rijk gepropageerde driestappenmodel opgevoerd. Kort samengevat: 1. eerst een locatie zoeken in/bij het cen trum; 2. vervolgens een locatie aan de aanlooproute tot het centrum (aan/bij Stationsweg dus locatie "locatie Kooiker" of een locatie aan de Oedsmawei of J.W. de Visserwei) en 3. daarna een locatie op het be drijventerrein (westelijk deel Stationsweg, Oedsmawei, bedrijventerrein Biensma-A32)Een locatie in/bij het centrum is uitgesloten. Ook wij delen die mening. De "locatie Kooiker" verdient de eerste voorkeur van de externe adviseur. Ook die mening delen wijVervolgens wordt gecon stateerd dat die locatie wordt afgewezen omdat er te weinig ruimte is en het gebied geen representatieve uitstraling heeft. Een nadere onder bouwing van deze stelling wordt niet gegeven. Gaarne een nadere onder bouwing van deze stelling. Dus concreet hoe groot is het terrein, wat wordt de invulling aan winkels en hoeveel parkeerplaatsen. Wat de re presentativiteit van het gebied betreft geldt dat ook voor de andere detailhandelsinvullingen en dat is voorons geen valide argument. Wel zijn wij van mening dat er een upgrading van dit deel van dit bedrij venterrein moet plaatsvinden indien een functieverandering wordt door gevoerd. Wie moet dit betalen? Een antwoord op deze vraag is bepalend of er een locatie nabij de A32 in beschouwing genomen moet worden. Desalniettemin toch iets over de situering van PDV-locaties in het wes telijk deel van Grou (Biensma/A32 stap 3)Voordeel van deze locatie is dat de bereikbaarheid optimaal isWij vragen ons af wat het belang van een treinstation is voor de volumineuze detailhandel in bouwmaterialen (ziet het voor u met een plank van 3 4 meter de trein in?)We moeten ons overigens ook afvragen of een locatie bij de snelweg wenselijk is. Zouden die locaties niet beter beschikbaar gesteld kunnen worden voor ondernemingen met een intensievere vorm van werkgelegenheid. Wij zijn die mening wel toegedaan. Wat is de mening op dit punt van uw college? Duidelijk zijn de adviseurs als het gaat om het belang van clustering van PDV-vestigingen. Belangrijk voor de uitstraling en belangrijk voor het binden van koopstromen. En dat zou uiteraard ook één van de elemen ten moeten bij de afweging van het locatiebeleid. Als wij komen bij de afweging van de drie mogelijke locaties constateren wij dat daar een zekere subjectiviteit in zit. Het kiezen voor de "locatie Fennema" be tekent in ieder geval dat wij zullen worden geconfronteerd met een zeer versnipperd aanbod aan PDV-vestigingen namelijk de locatie Kooiker en directe omgeving, de locatie Fennema, de locatie Snoek en de locatie Aquaverium. En in de toekomst mogelijk nog andere locaties. Strategisch gezien (concentratie boven spreiding) is dit niet gewenst en gaat dat de richting uit van het kiezen van symptoomoplossingen. Gaarne uw standpunt in dezen. Er zijn echter nog een aantal andere punten welke niet in de afweging zijn betrokken. Naar wij hebben begrepen heeft uw college in de afgelopen jaren een beleid gevoerd hetwelk heeft geleid tot het opleggen van een aantal beperkingen aan ondernemers in de PDV- branche (waaronder Houthandel Van der Werf en de Babystunter) Het be treft hier onder meer stringente beperkingen op het gebied van het bouwmarktassortiment (Van der Werf) en de openingstijden (Babystunter) Bent u voornemens deze ondernemingen dezelfde mogelijkheden te bieden welke u voornemens bent te gaan bieden aan andere nieuwe PDV- ondernemingen (waaronder Fixet)De extern adviseur doet aanbevelingen op het gebied van de assortimentsafbakening. Zowel publiekrechtelijk (bestemmingsplan) als privaatrechtelijk (overeenkomst verhuurder en huurder met kettingbeding) geeft zij daartoe mogelijkheden aan. Bent u voornemens de aanbevelingen op dit punt over te nemen, niet allen in de onderhavige situatie maar ook in toekomstige situaties? Tot slot nog maals, het gaat ons niet om de individuele ondernemer het gaat ons ook niet om het sturen van concurrentieverhoudingen. Wij kijken naar het ried 23 novimber 1999.doc/9

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 1999 | | pagina 10