Pagina 6
Vergoeding van de kosten van openhaar vervoer fin vervoer per fiets.
Artikel 11.
1. Het bestuursorgaan kent een vergoeding toe op basis van de kosten van het openbaar
vervoer, aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale
school voor basisonderwijs bezoekt, indien de afstand van de woning naar de
dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school 6 km of meer bedraagt.
2. Het bestuursorgaan kent aan de ouders van de leerling die een speciale school voor
basisonderwijs bezoekt een vergoeding toe op basis van de kosten van het openbaar
vervoer. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de afstand van de woning naar de
dichtstbijzijnde voor hem toegankelijke school.
3. In afwijking van het eerste lid kent het bestuursorgaan de ouders een vergoeding toe op
basis van de kosten van het vervoer per fiets, indien de leerling naar het oordeel van het
bestuursorgaan, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets.
Vergoeding van de kosten van openhaar vervoer ten behoeve van een begeleider.
Artikel 12.
1Indien aanspraak bestaat op een in artikel 11 bedoelde vergoeding, vergoedt het
bestuursorgaan tevens de kosten van het openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider,
in het geval de leerling jonger dan 9 jaar is en door de ouders ten behoeve van het
bestuursorgaan genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van
het openbaar vervoer gebruik te maken.
2. Indien een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van
het openbaar vervoer ten behoeve van één begeleider voor vergoeding in aanmerking.
Vergoeding np hasis van de koeten van aangepast vervoer.
Artikel 13.
Het bestuursorgaan kent een vergoeding toe op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de
ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor
basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11, en
a. de leerling, naar het oordeel van het bestuursorgaan, is aangewezen op het openbaar vervoer
onder begeleiding, doch waarvan door de ouders ten behoeve van het bestuursorgaan
genoegzaam wordt aangetoond dat het begeleiden van de leerling door de ouders of anderen
onmogelijk is, dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zou leiden en een andere
oplossing niet mogelijk is;
b. de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer naar school of terug, meer dan 1Î4
uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per
openbaar vervoer kan worden teruggebracht;
c. het openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het bestuursorgaan zelf
gebruik kan maken van het vervoer per fiets.
Leerlingenvervoer/6