GEMEENTE BOARNSTERHIM Nr.17 De raad van de gemeente Boarnsterhim; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; overwegende, dat het gewenst is ter voorziening in de Algemene Middelen gebruik te maken van de daartoe geboden wettelijke mogelijkheden, met name door het heffen van "Onroerende- zaakbelastingen"; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet en artikel 41 van de Wet waardering onroerende zaken; BESLUIT: vast te stellen de: verordening tot wijziging van de "Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen vastgesteld bij raadsbesluit van 12 november 1998, nummer 4d. Artikel I Artikel 3 wordt gelezen als volgt: Maatstaf van de heffing Artikel 3. 1De heffingsmaatstaf is de op de voet van hoofdstuk IV van de wet waardering onroerende zaken voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het tijdvak waarbinnen het in artikel 1 bedoelde kalenderjaar valt. 2. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17,18,19, eerste en tweede lid, onderdelen b en c, 20, tweede lid, en 22, derde lid, van de Wet waardering onroerende zaken. Artikel II Inwerkingtreding 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekend making. 2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2001 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2000 | | pagina 85