Pagina 3 de raad in staat wordt gesteld voor het zomerreces een definitief locatiebesluit te kunnen ne men. 2. De tekst van de motie is de basis voor de onderzoeksopdracht. De formulering van de motie is als basis genomen voor de onderzoeksopdracht, alhoewel de re dactie enigszins is gewijzigd. Daarnaast is op verzoek van de Stichting het onderzoeksveld in de tijd gemeten zo breed mogelijk genomen. Dat wil zeggen dat de commissie het besluitvormings proces dient te volgen vanaf het tijdstip dat het COA de gemeente verzoekt om medewerking bij de realisatie van een AZC tot op het moment van instelling van de commissie (zijnde heden). Gelet op de breedte van de onderzoeksopdracht en de te verwachten deskundigheid van de le den van de commissie mag verwacht worden dat aan alle facetten van het proces aandacht wordt besteed. De commissie kan hierbij zelf de werkwijze bepalen. Tevens worden de commis sie alle stukken ter beschikking gesteld en kan men zich breed oriënteren. Aanvullend wordt de commissie uitgenodigd een aanbeveling te doen over het voortschrijdend inzicht, zijnde de consequenties van nieuwe ontwikkelingen ten aanzien van het te onderzoeken besluit. 3. De instelling van de onderzoekscommissie en de benoemingscriteria. De benoemingscriteria zijn al eerder in de vergadering van de commissie Algemene Zaken van 3 juli 2000 aan de orde geweest. In het overleg met de Stichting zijn deze criteria uitvoerig aan de orde geweest en is hierover overeenstemming bereikt. Van belang is met name de afwezigheid van belangenverstrengeling bij de leden voor wat be treft de besluitvorming over de AZC-locatie. Ook de andere drie criteria liggen voor de hand. Omtrent de personen is met de Stichting AON overeengekomen dat zowel college als stichting een kandidaat zullen voordragen. Deze twee leden wijzen het derde lid aan. De drie leden van de onderzoekscommissie bepalen vervolgens gezamenlijk de rolverdeling dus ook wie als voor zitter gaat optreden. Het op deze manier tot stand gekomen trio van onafhankelijke deskundigen leggen wij nu aan u voor. 4. De kosten worden niet door het COA vergoed. Het COA heeft ons inmiddels laten weten niet tot financiering van de kosten van de onder zoekscommissie bereid te zijn. Het gaat hier om voorbereidingskosten die voortvloeien uit een wens van de raad van Boarnsterhim, niet van het COA. Genoemde kosten zouden moeten wor den gefinancierd uit het standaard voorbereidingskrediet dat het COA aan gemeenten beschik baar stelt, aldus het COA. Het is daarom gewenst geldmiddelen beschikbaar te stellen voor de kosten van dit onderzoek. 5. De dekking uit deze post ligt voor de hand. Aangezien deze second opinion een onvoorziene ontwikkeling is en verder ook geen dekkings middelen aanwezig zijn, dient de post onvoorzien te worden aangesproken. Kanttekeningen: geen Financiën: De kosten voor de instelling en de werkzaamheden van de onderzoekscommissie worden op voor hand geraamd op f 35.000,-. Uitvoering: Benoeming onafhankelijke commissie locatie AZC.rvl/cbav/3

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2001 | | pagina 78