Zoals bekend zijn de gemeenten Franekeradeel, Dongeradeel, Heerenveen en Opsterland
kerngemeenten en daarmee aanspreekpunt voor de stichting. Opsterland heeft daarbij de coördinatie.
Er is een tijdpad opgesteld voor de voorbereiding van de besluitvorming over het reorganisatieplan in
de 23 subsidiërende gemeenten. Er is een externe procesbegeleider van bureau BMC aangesteld.
Met zijn hulp is in januari een drietal voorlichtingsbijeenkomsten voor de raadscommissies
maatschappelijke zaken georganiseerd. Voor een weergave van de vraagpatronen op deze
bijeenkomsten wordt verwezen naar bijlage 2.
Condities op korte termijn actieplan 1 uit het KPMG rapport).
Eén van de conclusies en aanbevelingen van het reorganisatierapport is dat voor een financiële
gezondmaking van de stichting een reorganisatiebudget nodig is van (afgerond) 2.567.000,00. Dit
budget zal door de gemeenten gedurende het lopende reorganisatieproces in drie gelijke termijnen
beschikbaar worden gesteld. De 1e termijn medio 2001 betaalbaar te stellen, de 2e en 3® termijn
betaalbaar te stellen aan het begin van resp. 2002 en 2003. Het noodzakelijke reorganisatiebudget is
opgebouwd uit de volgende posten en betreft een uitwerking van het door KPMG in haar
reorganisatierapport opgestelde actieplan 1
1635.000,00 voor afvloeiing van personeelsleden en wachtgeldverplichtingen.
2. 350.000,00 voor begeleiding reorganisatie en mobiliteitsfonds.
3. 290.000,00 voor deskundigheidsbevordering en scholing personeel.
4. 932.000,00 voor realisering informatisering- en automatiseringsplan.
5. 360.000,00 voor investering in de inventaris.
Ad 1 pit betreft een afkoopsom van twee ontslagen managers, vastgesteld door de kantonrechter.
Het betreft daarnaast twee boventallige werknemers, waarvan één op dit moment in dienst is van
Sociaal Raadslieden Werk. Hiervoor wordt ander werk gezocht. De ander betreft een werkbegeleider
die een arbeidsconflict heeft met de stichting, Hij is nu actief bezig in een reïntegratietraject. Indien dit
mislukt wacht: wachtgeld.
Ad 2. Aanpassing van de organisatiestructuur betreft de begeleiding van de organisatie door externe
ondersteuning bij het uitwerken van de in het reorganisatierapport genoemde actieplannen en proces
van implementatie. Het mobiliteitsfonds is bestemd voor dat deel van het personeel die het
veranderingsproces binnen de organisatie niet willen of kunnen meemaken. Hiervoor wordt een
oriëntatie op de eigen loopbaan tot en met outplacement geboden. Verder is onderdeel hiervan een
training in het resultaat gericht leidinggeven.
Ad 3. Hier betreft het middelen die nodig zijn om via cursussen en deskundigheidsbevordering de
achterstalligheid in kennis weg te werken en de kwaliteit van de medewerkers te verhogen.
Ad 4. Het automatiseringssysteem bij de stichting is sterk verouderd en verschilt per oorspronkelijke
regio. Het management beschikt daardoor niet over adequate sturingsinformatie. Daarom is
vernieuwing van de hard- en software noodzakelijk waarmee aan de eisen voor de beheersing en de
sturing van de organisatie kan worden voldaan.
Ad 5. Als gevolg van het realiseren van de regiolocaties en doordat het aanwezige meubilair sterk
verouderd is dienen de werkplekken opnieuw te worden ingericht.
Er is een redelijke schatting van de kosten gemaakt waarbij kan worden gesteld dat deze in ieder
geval niet hoger zullen uitvallen. Indien de kosten lager uitvallen mag de stichting dit aan haar reserve
toevoegen. Wanneer de reserve hoger wordt dan 10% van de jaarlijkse subsidie zal verrekening van
dit bedrag plaatsvinden.
KPMG stelt voor het reorganisatiebudget te verdelen naar gemeenten op basis van het inwoneraantal
per 1 januari 2000. Per inwoner gaat het om 5,89 over een periode van drie jaar oftewel 1,97 per
inwoner per jaar. De bijdrage per gemeente is berekend op bladzijde 31 van het reorganisatieplan.
5