Pagina 3 Uit planologisch oogpunt is er nadrukkelijk voor gekozen dat uitsluitend daar waar de activiteiten van een agrarisch bedrijf worden beëindigd, nieuwe agrarische activiteiten of een wijziging naar andersoortige bedrijfsactiviteiten acceptabel kan zijn, omdat deze locaties over het algemeen reeds voorzien in een groter oppervlakte aan bedrijfsbebouwing en tegen een voorzetting van (andersoortige) bedrijfsactiviteiten in de bestaande panden veelal geen bezwaren zijn. Op het per ceel Greft 4 is echter geen sprake van een beëindiging van een agrarisch bedrijf, sterker nog het perceel heeft uitsluitend een woonbestemming. Wij zijn van mening dat de voorgestelde bebou wingsvergroting of een wijziging naar een bedrijfsmatige bestemming bij de bestemming "Wo nen" uitgesloten moet worden en dat een vrijstelling niet aan de orde kan zijn. 1.4. Een hal van deze omvang zal zich ten opzichte van de bestaande woonboerderij en zijn omgeving te nadrukkelijk manifesteren. Mevrouw van der Lei heeft ten opzichte van het vorige verzoek de trainingshal dichter bij het pand Greft 4 gesitueerd. De te bouwen trainingshal met een oppervlakte van circa 1000 m2 is nu gesitueerd op 50 meter ten noorden van de woning. De woning heeft een oppervlakte van cir ca 300 m2. Naar onze mening blijft de te bouwen trainingshal zich ten opzichte van de bestaan de woning en zijn omgeving te nadrukkelijk manifesteren. 1.5. Medewerking leidt tot ongewenste precedentwerking. Ten aanzien van het standpunt van Schuurmans Lemstra Juristen, dat precedentwerking niet of nauwelijks aanwezig is, willen wij benadrukken dat wij het hiermee niet eens zijn. Geregeld wordt de gemeente geconfronteerd met vragen over de mogelijkheid van bedrijfsactiviteiten bij woonbestemmingen in het buitengebied. Uw gemeenteraad weet inmiddels hoe wij denken over vergaande bedrijfsontwikkelingen in het buitengebied. Met medewerking aan het verzoek van mevrouw Van der Lei zal naar onze mening dan ook abso luut een precedent worden geschapen die niet wenselijk is, namelijk meer bebouwingsmogelijk heden in het buitengebied. In dit verband willen wij ook het standpunt van Schuurmans Lem stra Juristen, dat precedentwerking niet aan de orde is omdat het hier een unieke situatie betreft, weerleggen. Een ieder acht zijn situatie namelijk uniek of specifiek. Feit blijft echter wel dat hier sprake is van het maken van een planologische en landschappelijke keuze en het ingang zetten van een ruimtelijke ontwikkeling, want keer op keer gaat het om bedrijfsactiviteiten die niet meer aan te merken zijn als kleinschalige beroepsactiviteit aan huis en die feitelijk of op een bedrijven terrein thuishoren of op een perceel van een vrijkomend agrarisch bedrijf. Ons college is van me ning dat geen medewerking moet worden verleend aan een dergelijke ontwikkeling. Kanttekeningen: 1.1. Het onderhavig bouwplan past niet binnen de onlangs door uw raad vastgestelde beleids lijn voor beroepen of bedrijven aan huis. Uw gemeenteraad heeft bij besluit van 27 maart 2001 aangegeven, onder voorwaarden, in te kunnen stemmen met kleinschalige bedrijfsactiviteiten bij woningen in het buitengebied. Het on derhavig verzoek conformeert zich echter niet naar de vastgestelde voorwaarden, zoals de on dergeschiktheid qua oppervlakte (maximaal 50 m2 intern) en de eis dat de activiteit binnen de ruimtelijke uitstraling van wonen dient te blijven. 1.2. Het buitengebied biedt elders voldoende mogelijkheden voor agrarische bedrijfsontplooiin- gen. Het africhten, opleiden en trainen van paarden is een vorm van paardenhouderij dat aan te mer ken is als een agrarische activiteit. Hiervoor biedt het buitengebied voldoende mogelijkheden, immers staan agrarische bedrijfsopstallen geregeld te koop. Jammer genoeg verliezen deze agra rische opstallen veelvuldig hun functie, om daarna uitsluitend een woonfunctie te vervullen. Deze tendens lijkt niet te stoppen. Nu men een trainingshal voor paarden bij een perceel met een woonbestemming wil bouwen lijkt het wel de omgekeerde wereld. 14. bouw aanvraag Greft 4 te Warten/rosh/3

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2001 | | pagina 56