Overwegingen van de commissie. a. Ten aanzien van de ontvankelijkheid. Het bezwaarschrift van mr. J.T. Fuller gericht tegen het litigieuze raadsbesluit d.d. 21 no vember 2000 is bij de gemeente ingekomen op 10 april 2001. Het raadsbesluit is echter pas op 6 maart 2001 aan bezwaarde schriftelijk meegedeeld. De bezwarentermijn heeft dientengevolge op 7 maart 2001 een aanvang genomen. Het bezwaarschrift is dus tijdig, binnen de in art. 6:7 en art. 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vastgelegde termijn van 6 weken ingediend. De commissie is tevens van oordeel dat de heer Brouwer kan worden aangemerkt als be langhebbende in de zin van art. 1:2 Awb gezien de locatie en het feit dat hij eigenaar is van de woning. Resumerend komt de commissie tot de conclusie dat het bezwaarschrift voldoet aan de in de Awb gestelde ontvankelijkheidvereisten. b. Inhoudelijk. Het bezwaarschrift kan inhoudelijk als volgt worden samengevat: Bezwaarde is eigenaar van een recreatiewoning gevestigd op het perceel plaatselijk bekend als De Achte 5 in Terherne. Bezwaarde is van mening dat hij schade heeft geleden in ver band met de vaststelling van het bestemmingsplan "Dorpsvernieuwingplan Terherne Kom" omdat er door de planwijziging sprake zou zijn van een waardedaling van zijn recreatiewo ning. Deze woning ligt op een unieke locatie in het recreatiepark De Achte in Terherne. Nu er op basis van de bestemmingsplanwijziging woningbouw is toegestaan is de unieke situa tie van zijn woning verslechterd aldus bezwaarde. Voor de bestemmingsplanwijziging had het perceel de bestemming "groenvoorziening". Ook is er volgens bezwaarde sprake van uitzichtschade omdat het uitzicht door de bebouwing van het tegenover zijn tuin liggend perceel aangetast zal worden. Bezwaarde heeft bij brief d.d. 30 november 1998 een vergoeding van deze schade ge claimd op grond van art. 49 Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Bezwaarde verwijst in verband met de vaststelling van de vanwege het feit dat het perceel tegenover de woning niet was bebouwd.waardevermindering naar een uitspraak van de Af deling Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 5 oktober 1999 (BR 2000/763) op basis waarvan een vergelijking kan worden gemaakt tussen de situatie voor de planwijziging en de situatie na de planwijziging. Bezwaarde verzoekt ten slotte om een heroverweging van het besluit inzake zijn verzoek om planschadevergoeding. Naar aanleiding van dit bezwaarschrift heeft uw gemeente een verweerschrift ingediend waarvan de zakelijke inhoud als volgt kan worden weergegeven: De gemeente deelt de mening van bezwaarde niet als zou er geen juiste berekeningsmetho de ter vaststelling waardevermindering van de woning zijn gehanteerd. Volgens uw ge meente dient de door bezwaarde geciteerde uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 5 oktober 1999 (BR 2000/763) zo te worden opgevat dat de Raad van State zich in deze casus heeft uitgesproken over de methodiek ten aanzien van de hoogte van de vastgestelde waardevermindering. Pagina 2 Advies bezw.Fuller-Brouwer/12

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2001 | | pagina 39