In het onderhavige geval heeft SAOZ geconstateerd dat bebouwing van het braakliggende per
ceel met een recreatiewoning geen waardedrukkende invloed heeft op de onroerende zaak van
bezwaarde. SAOZ motiveert deze constatering met het argument dat de op het betreffende per
ceel te bouwen recreatiewoning past in het beeld van de in het gebied voorkomende recreatie
woningen, waarop toch al zicht bestaat. Bezwaarde is dus niet in een nadeliger positie komen te
verkeren waardoor hij schade lijdt of zal lijden.
De commissie onderschrijft deze redenering. Temeer omdat er in het deskundigenrapport van de
SAOZ een vergelijking is gemaakt tussen de oude en de nieuwe situatie. Er is dus geen sprake
van een waardevermindering van de onroerende zaak van bezwaarde. Er dient dan ook geen be
rekeningsmethodiek te worden toegepast zoals terecht in het verweerschrift van uw raad wordt
gesteld.
De commissie overweegt ten overvloede in verband hiermee nog het volgende:
In het verweerschrift van uw raad (pag. 2, 3e alinea) wordt in verband met de door bezwaarde
gebezigde uitspraak van de raad van State gesteld: "De Raad van State heeft in de betreffende
zaak uitspraak gedaan over de gevoerde methodiek ten aanzien van de hoogte van de vastgestel-
de waardevermindering". Deze interpretatie is naar het oordeel van de commissie een misvatting.
Immers duidelijk valt af te leiden dat de afdeling in deze uitspraken richtlijnen formuleert voor
toepassing van schadetaxaties! De Afdeling schrijft voor dat er twee waarderingen dienen plaats
te vinden alvorens er sprake kan zijn het vaststellen van een waardevermindering.
Ter zitting heeft de commissie, middels door bezwaarde ingebrachte fotomateriaal, kunnen con
stateren dat er geen sprake is van uitzichtschade. De situatie ter plaatse is niet wezenlijk veran
derd. Het uitzicht van bezwaarde is gericht op het water, bezwaarde behoudt dit uitzicht in ruime
mate. (Het fotomateriaal dient als hier ingelast te worden beschouwd).
De commissie stelt resumerend vast dat de raad in redelijkheid heeft kunnen besluiten tot het niet
honoreren van het verzoek om toekenning van planschadevergoeding. De raadsbeslissing wordt
voldoende gestaafd door het SAOZ rapport. Er zijn naar het oordeel van de commissie geen ter
men aanwezig die zouden moeten leiden tot een heroverweging van het bestreden besluit.
Advies.
Gelet op het voorgaande adviseert de commissie uw raad om het bezwaarschrift van mr. J.T.
Fuller namens zijn cliënt de heer L.J. Brouwer ongegrond te verklaren.
Hoogachtend,
De Algemene Kamer van de commissie beroep- en bezwaarschriften,
de secretaris, de vot rzitter,
(mr. E.H. Windster)
Kopie aan: dhr. J.G. te Loo; mw. J.L. Bax; cbo(ew).
Pagina 4
Advies bezw.Fuller-Brouwer/ /4