ADVIES
betreffende het namens de heer L.J. Brouwer, Lijsterbeslaan 83 te Rotterdam (thans
wonende Munnikenland 130 te Sleeuwijk) ingediende verzoek om schadevergoeding ex
artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
npHrarhtnummer: 99.091.02 Datum: me' 2000
Opdracht:
Bij brief van 4 mei 1999 heeft het College van Burgemeester en Wethouders van de
gemeente Boarnsterhim aan Hooghiemster Taxatie- en Adviesbureau Onroerend Goed
te Grou en aan de heer W. Manenschijn van de Stichting Adviesbureau Onroerende
Zaken te Rotterdam, wonende te Nijverdal, gevraagd deel uit te maken van een schade-
beoordelingscommissie, als bedoeld in de "Procedureverordening Planschadevergoe
ding Boarnsterhim 1996", teneinde te adviseren over een planschadevergoedingsver-
zoek van de heer L.J. Brouwer te Sleeuwijk.
Procedure:
Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 6 van de procedureverordening heeft de
commissie op 16 november 1999 een onderhoud gehad met de heer P. Bakker, mede
werker van de afdeling Ruimtelijke Ordening, als vertegenwoordiger van de gemeente,
en vervolgens met de heer L.J. Brouwer, als belanghebbende, en de door hem aange
trokken deskundige, de heer mr J.T. Fuller van de Stichting Rechtsbijstand te Zwolle.
Allen zijn daarbij in de gelegenheid gesteld hun standpunten uiteen te zetten.
Voorts is op dezelfde datum de situatie ter plaatse opgenomen.
Een verslag van de bijeenkomsten is bij brieven van 29 december 1999, kenmerken
994153 (gemeente) en 994154 (de heer mr Fuller) - welke brieven en verslag aan dit
advies zijn gehecht -, ter beoordeling aan partijen voorgelegd. De gemeente heeft geen
gebruik gemaakt van de mogelijkheid dit verslag aan te vullen of te wijzigen. De heer mr
Fuller heeft gereageerd bij faxbericht van 5 januari 2000, welke bericht eveneens aan dit
advies is gehecht. Op het gestelde in dit bericht wordt hierna na'der ingegaan.
