-7- De commissie moet allereerst beoordelen of zich een planologisch gewijzigd regime heeft voorgedaan, waarvan de invloed zich uitstrekt tot de positie van verzoeker. Ten aanzien hiervan kan het volgende worden opgemerkt. In het voorgaande bestemmingsplan "Utbuorren, kern Terhorne" had het perceel tegen over de woning van verzoeker de bestemming "groƩnvoorzieningen", op basis waarvan geen recreatiewoning kon worden gebouwd, zoals thans onder vigeur van het bestem mingsplan "Dorpsvernieuwingsplan Terherne-kom" wel mogelijk is geworden. Nu hiermee is aangegeven dat er sprake is van een gewijzigd planologisch regime, moet de commissie vervolgens beoordelen of verzoeker door deze wijziging in een ongunsti ger situatie ie komen te verkeren, waaruit schade op grond van artikel 49 W.R.O. zou kunnen voortvloeien. Verzoeker heeft een recreatiewoning in een gebied waarin zich een 50-tal recreatiewo ningen bevindt. Vanuit de woning en de tuin is zicht aanwezig op een aantal van deze woningen, zoals aangegeven onder de beschrijving. De woningen hebben hun aantrekkingskracht vooral uit de omstandigheid dat ze aan open water zijn gesitueerd, welk water in rechtstreekse verbinding staat met het meren gebied. Dit geldt ook voor de woning van verzoeker. Het leefgedeelte van deze woning, met de woonkamer, waarin grote ramen zijn aangebracht, en de aansluitende terrassen en tuin, bevinden zich aan de noordzijde (waar het water is gelegen) en de oostzijde. De zuidzijde van de woning is vooral afgestemd op de bereikbaarheid via een pad vanaf de Utbuorren. Aan deze zijde bevinden zich de voordeur en enkele kleine ramen. Voorts is hier de toegang tot de beide garages gelegen. Vanaf deze zijde van de woning en het hier gelegen erf is (diagonaal over het pad) zicht op de woning De Achte 1 en daarnaast, recht tegenover verzoekers woning, op een braakliggende perceel, waar de nieuwe woning zal worden gebouwd. Over dit perceel heen is zicht op een meer zuidelijk gelegen woning. De commissie is van oordeel dat de bebouwing van het braakliggende perceel met een recreatiewoning geen waardedrukkende invloed heeft op de onroerende zaak van

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2001 | | pagina 49