Het college is van mening dat aan de bouw van een tweede bedrijfswoning geen medewerking
moet worden verleend. De argumentatie kunt u in dit raadsvoorstel terugvinden. Alvorens de ge
meenteraad voor te stellen geen medewerking te verlenen heeft het college in het kader van het
zorgvuldigheidsbeginsel de heer Hofstede voorgesteld afstand te doen van de huidige woonfunc
tie in het pand Burd 13 zodat alsnog medewerking kan worden verleend aan de bouw van onder
havige woning. Bij recht is namelijk één bedrijfswoning toegestaan.
Per brief van 20 maart 2001 is de heer Hofstede op de hoogte gesteld van de mening van het
college en is daarbij voorgesteld afstand te doen van de huidige woonfunctie. Hierop is door de
advocaat van de heer Hofstede gereageerd middels een bezwaarschrift van 28 maart 2001 en
een beroepschrift van 11 juni 2001 wegens het niet tijdig beslissen op het bezwaar. Echter kan
naar de mening van het college geen bezwaar worden gemaakt omdat aan de brief van 20 maart
2001 geen besluit ten grondslag ligt. De gemeenteraad is immers het bevoegd orgaan om beslui
ten te nemen. Per brief van 10 september 2001 heeft het college de heer Hofstede zijn advocaat
meegedeeld dat het college van mening is dat het ingediende bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk
is.
Het bezwaarschrift en de reactie van de heer Hofstede van 23 augustus 2001 vat het college op
als een negatief antwoord op het voorstel om de huidige woonfunctie op te geven. Derhalve stelt
het college de gemeenteraad nu voor het bouwplan te weigeren.
Argumenten:
1.1. Op dit moment zijn geen woningcontingenten voor de bouw van de onderhavige woning
beschikbaar.
In het afgelopen jaar werd de gemeente bij het opstellen van het Woonplan Boarnsterhim gecon
fronteerd met zeer beperk beschikbare woningcontingenten. Een beroep op de extra contingenten
binnen het Stadsgewest Leeuwarden, is op dit moment niet reëel. De woning voldoet niet aan de
criteria van de knelpuntenpot. Op dit moment worden enkel prioriteiten gelegd bij aangegane ver
plichtingen, zoals de afronding van het woongebied Meinga, de woningbouwlocatie Boarnstee en
in- en uitbreidingslocaties in Tersoal, Sibrandabuorren en Jirnsum. Met de door de aanvragers
gewenste woning is in het Ontwerp-Woonplan Boarnsterhim derhalve geen rekening gehouden.
Er zijn op dit moment geen woningcontingenten voor de onderhavige woning beschikbaar. Bo
vendien moet ongeacht de beschikbaarheid over contingenten de uitbreiding van niet-landelijke
bedrijfsbebouwing in het buitengebied zoveel mogelijk worden tegengegaan.
1.2. Uitbreiding van niet-landelijke bedrijf sbebouwing moet in het buitengebied zoveel mogelijk
worden tegengegaan.
In het bestemmingsplan Buitengebied Boarnsterhim is nadrukkelijk de beleidslijn ingezet om be
staande niet-agrarische bedrijven in het buitengebied in te bestemmen, welke na bedrijfsbeëindi
ging deze bestemming verliezen om uitsluitend plaats te kunnen bieden aan landelijke bedrijven.
In het bestemmingsplan Buitengebied is er voor gekozen om de uitbreidingsmogelijkheden voor
deze niet-landelijke bedrijven te beperken, zodat deze functies ondergeschikt blijven aan de agra
rische en natuurfunctie van het buitengebied. Niet-landelijke bedrijven horen in principe op een
bedrijventerrein thuis.
1.3. Het perceel Burd 13 is gelegen op de Noarderburd, een gebied waar de inrichting gericht is
op de natuurfunctie.
In het Raamplan Herinrichting Swette - De Burd is de doelstelling voor de Noarderburd en It B-
lân: inrichting voor de natuur, rekening houdend met de zittende landbouw en recreatief medege
bruik. Het pand op het perceel Burd 13 omvat een niet-landelijk bedrijf, welke in het bestem
mingsplan Buitengebied beperkte uitbreidingsmogelijkheden heeft gekregen, zodat dit bedrijf on
dergeschikt blijft aan de agrarische en natuurfunctie van het buitengebied.
Pagina 2
10. weigering 19.1 wro Burd 13 Grou/rojb/2