BOARNSTERHIM gemeente RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Agendapunt Commissievergadering Agendapunt Portefeuillehouder Behandelend ambtenaar 15 oktober 2002 10 (B-stuk). 3 september 2002 17. wethouder mevrouw J. Bouma-van den Brink mw. A. Flapper telefoon: 0566-629325, e-mail: flappera@boarnsterhim.nl Onderwerp: Principeverzoek en bouwaanvraag om medewerking te verlenen aan de bouw van een nieuw schapenbedrijf met woning op het perceel kadastraal bekend Gemeente Roordahuizum, sectie E, nr. 339 te Eagum. 1Weiger de bouwaanvraag die is ingediend op 19 april 2002, voor de bouw van een nieuw schapenbedrijf met woning op het perceel kadastraal bekend gemeente Roordahuizum, sectie E, nr. 339 te Eagum. Inleiding: Op 8 november 2001 heeft de heer Van der Sluis een principeverzoek tot bouw van een nieuw schapenbedrijf met woning op een perceel aan de Master Wybrensdyk in Eagum ingediend. Na verschillende gesprekken en correspondentie is op 19 april 2002 door de heer Van der Sluis een bouwaanvraag ingediend. Voor een uiteenzetting van de voorgeschiedenis wordt verwezen naar de bijlage. Aanleiding voor de bouw van een nieuwe schapenstal is dat in de huidige bedrijfsvoering een splitsing wordt doorgevoerd. Dit betekent dat op de Master Wybrensdyk 7 te Eagum alleen melk koeien, pinken en kalveren worden gehouden en de schapen verhuizen naar de overzijde van de straat. Redenen voor de splitsing zijn: Diergezondheid en welzijn. In verband met de overdracht van ziekten van schapen naar kalveren en andersom is het noodzakelijk dat het bedrijf gesplitst wordt. Voor coccidiose is een probleem. De zoon is 32 jaar en gaat zelfstandig verder met zijn gezin op het melkveebedrijf aan de Master Wybrensdyk 7 te Eagum. Vanwege het feit dat de bouw van de woning met schapenstal op onderhavige locatie in strijd is met het bestemmingsplan Buitengebied is medewerking aan de wijziging op grond van het voren staande alleen mogelijk middels een vrijstellingsprocedure op grond van artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Op grond van artikel 46, lid 3 van de Woningwet dient een aan vraag, waaraan medewerking niet zonder meer is toegestaan, tevens te worden beschouwd als een verzoek om vrijstelling van de bestemmingsplanvoorschriften. Inzake onderhavig verzoek is de gemeenteraad beslissingsbevoegd. Voorstel: 10. roaf218 principeverzoek schapenbedrijf en woning te Eagum/roaf/1

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2002 | | pagina 31