Pagina 2
Vanaf 05 september 2001 heeft het bouwplan twee weken ter inzage gelegen. Hierop is één reactie ont
vangen van de heer en mevrouw Kerssemakers bij brief van 10 september 2001, ingekomen 12 septem
ber 2001.
Bezwaarde is in de gelegenheid gesteld te reageren op de inspraakreactie. Bij brief van 22 november
2001 heeft bezwaarde van deze gelegenheid gebruik gemaakt.
Op 21 mei 2002 heeft de gemeenteraad als bevoegd orgaan geweigerd de benodigde vrijstelling te verle
nen. Bij brief van 20 juni 2002 is bezwaarde op de hoogte gesteld van het raadsbesluit en hebben Bur
gemeester en wethouders de bouwvergunning geweigerd.
Tegen deze weigering heeft bezwaarde bij brief 03 juli 2002, ingekomen 04 juli 2002, aangevuld bij
brief van 04 augustus 2002, ingekomen 07 augustus 2002, een bezwaarschrift ingediend.
Inhoud bezwaar
Bezwaarde legt in zijn bezwaarschrift uit, hoe de huidige situatie is ontstaan. Op zijn perceel vinden acti
viteiten voor gehandicapten plaats. Hierover is altijd overleg geweest met de gemeente en deze heeft
daaraan ook medewerking verleend.
Voor met name de rolstoelgebruikers is het ontbreken van een douchevoorziening echter een groot pro
bleem. Om hiervoor een voorziening te treffen zou het bestemmingsplan gewijzigd dienen te worden.
Hierop werd positief gereageerd en daarom is voorgesteld een blokhut neer te zetten. De omwonenden
hadden hiertegen geen bezwaar.
De bezwaren komen samengevat op het volgende neer:
- de blokhut is noodzakelijk, aangezien de caravan niet of nauwelijks toegankelijk is voor een aantal ge
handicapten;
- er is geen sprake van een recreatiewoning, maar van een inrichting voor sanitaire voorziening; er kan
dan ook geen sprake zijn van precedentwerking;
- de ommezwaai van het gemeentebestuur is slechts op basis van één inspraakreactie; hieraan liggen
geen zwaarwegende argumenten ten grondslag.
Beoordeling bezwaar
De Commissie stelt allereerst vast dat middels de brief van Burgemeester en wethouders d.d. 20 juni
2002 in feite twee besluiten worden bekend gemaakt, t.w.
1 de weigering door de gemeenteraad om vrijstelling van het bestemmingsplan te verlenen;
2. de weigering van Burgemeester en wethouders om bouwvergunning te verlenen.
Voor de beoordeling van het bezwaarschrift gaat de Commissie er vanuit dat het bezwaar tegen beide be
sluiten gericht is. Als vertrekpunt voor haar advisering neemt zij de weigering van Burgemeester en wet
houders om de gevraagde bouwvergunning te verlenen.
Bij beslissingen over bouwvergunningen geldt ingevolge de Woningwet (Ww) het zogenaamde limitatief-
imperatieve stelsel. Dat betekent dat een bouwvergunning alleen kan en moet worden geweigerd, indien
de bouwaanvraag in strijd is met het ter plaatse geldende bestemmingsplan, redelijke eisen van welstand,
bouwtechnische eisen of - in bijzondere gevallen - indien er geen monumentenvergunning is verleend.
Artikel 44, onder c, Ww regelt dat een bouwvergunning moet worden geweigerd, indien het bouwwerk
in strijd is' met een bestemmingsplan of de krachtens zodanig plan gestelde eisen (een zg. gebonden
beschikking).
De Commissie stelt vast dat partijen niet van mening verschillen dat het bouwplan in strijd is met het
geldende bestemmingsplan "Buitengebied Boarnsterhim", vastgesteld d.d. 24 februari 1998. Door
advies Koster sept 2002