BOARNSTERHIM gemeente R A A DSVOORSTEL Raadsvergadering 20 mei 2003 Agendapunt 6 (B-stuk). Commissievergadering 3 december 2002 Agendapunt 11. Portefeuillehouder wethouder mevrouw J. Bouma-van den Brink Behandelend ambtenaar mw. J. Wiersma telefoon: 0566-629230, e-mail: wiersmaj@boarnsterhim.nl Onderwerp: Inspraakreacties tegen de bouwaanvraag voor het realiseren van een gronddepot met insteekha- ven en kantoorunit voor de depothouder op het perceel Trije Hûs te Grou, kadastraal bekend Grou, sectie C, nummers 915, 916, 961, 1481 en 1482. Voorstel: Verklaar de ingebrachte inspraakreacties tegen de bouwaanvraag, voor het realiseren van een gronddepot op het perceel Trije Hüs te Grou, ongegrond en verleen in beginsel medewerking aan aan het bouwplan middels een vrijstellingsprocedure krachtens artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Inleiding: Op 31 maart 2000 heeft de gemeente van de Provincie Fryslân een aanvraag om bouwvergun ning ontvangen voor de aanleg van een gronddepot met insteekhaven en kantoorunit voor de de pothouder op het perceel Trije Hüs te Grou, kadastraal bekend Grou, sectie C, nummers 915, 916, 961, 1481 en 1482. Het betreffende perceel is opgenomen in het bestemmingsplan 'Buitengebied BoarnsterhimIn het bestemmingsplan hebben de gronden de bestemming "baggerdepot". Aan de betreffende be stemming is goedkeuring onthouden omdat de bestemming niet voorziet in een maximale hoogte van het depot, waardoor de landschappelijke inpasbaarheid niet gewaarborgd is. Nader onderzoek naar de gewenste en noodzakelijke hoogte en de landschappelijke inpasbaarheid (zie brief van provincie van 29-06-2001, MER rapport paragraaf 5.2.4 en 5.3.1 op pagina 51 en 52 en kaart 4,6 en 7 en het advies van de Stichting Bestuursrechtspraak van 7 juni 2001, onder meer pagina 10) heeft geleid tot een concept herziening van de bestemming "baggerdepot". Hier in is onder meer een maximale hoogte voor het depot opgenomen van 4 meter. Medewerking aan de aanvraag is slechts mogelijk middels een vrijstellingsprocedure krachtens ar tikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Op grond van artikel 46, lid 3 van de Wo ningwet dient de aanvraag, waaraan niet zonder meer medewerking kan worden verleend, tevens te worden beschouwd als een verzoek om vrijstelling van de bestemmingsplanvoorschriften. In het onderhavige geval is de gemeenteraad het bevoegd orgaan om besluiten te nemen. Het college heeft op 17 april 2002 het bouwplan vrijgegeven voor inspraak. In dit kader heeft het bouwplan vanaf 23 april 2002 gedurende twee weken ter inzage gelegen en is een inspraakbij eenkomst gehouden op 8 mei 2002. 06. rojw238 zienswijzen gronddepot Trije Hüs te Grou/rowj/1

Historisch Centrum Leeuwarden

Boarnsterhim vergaderstukken gemeenteraad | 2003 | | pagina 13