Bijlage 2.
Historie depot Trijehûs. Ten behoeve van presentatie Boarnsterhim.
Inleiding.
Er zijn vragen gerezen in de raadscommissie van 3 december j.l. Vragen die onder meer te ma
ken hebben met bedenkingen die zijn ingebracht. Elke procedure kan vragen oproepen. We
weten ook dat elke keuze voor een depotlocatie tegenstanders heeft. Je kunt niet zeggen dat
we met deze locatie over één nachts ijs zijn gegaan. Sterker nog: tien jaar geleden zijn wij al in
overleg gegaan met uw gemeente met betrekking tot de locatie Trijehûs. Dat de huidige be
stuurders mogelijk niet volledig de geschiedenis kennen is niet vreemd. Het dossier Trijehûs is
al behoorlijk dik. Toch zijn we enigszins verbaasd dat er na het heldere advies van uw ambtelijk
apparaat nog zoveel vragen zijn.
Algemeen.
Het ontbreken van voldoende depotruimte voor met name ernstig verontreinigde baggerspecie
is al jaren een van de belangrijkste knelpunten op het gebied van de baggerproblematiek.
In het laatst verschenen rapport Depotprogramma 2001-2004 wordt aangegeven dat binnen
onze provincie gewerkt wordt aan de ontwikkeling van een aantal stortlocaties voor verontrei
nigde baggerspecie (klasse 3 en 4). In het kader van dit project wordt het depot Trijehûs als één
van de locaties genoemd. Het betreft een provinciaal initiatief tot de aanleg van een stortlocatie
met een capaciteit van 600.000 m3 baggerspecie in de klassen 0 tot en met 4 fop Triiehûs mag
geen EURAL specie - zeg maar klasse 4+ - worden geborgen: dit is specie die o.a vrijkomt bii
de sanering van de stadsgrachten in Leeuwarden).
Met de realisatie van het depot wordt zowel een oplossing geboden voor de berging van de
klasse 3 en 4 specie uit (eigen) provinciale vaarwegen als voor deze categorie specie van ande
re overheden, waterschappen en particulieren. Het betreft derhalve een depot met een belang
rijke (maatschappelijke) functie voor beroeps- en recreatievaart.
Om inzichtelijk te maken dat het realiseren van dergelijke depots een zeer tijd rovende zaak is
en een zorgvuldige aanpak vereist, wordt hieronder een overzicht gegeven van de tot nu toe
gepleegde acties m.b.t. het realiseren van het depot Trijehûs. Dan blijkt ook dat voortschrijdend
inzicht en wijzigende regelgeving zaken zijn die de procedure nog complexer maken.
1993. Er is behoefte aan een grondberging in de buurt van Grou, ten behoeve van de bag
gerspecie en grond die vrij komt bij de verruiming van het Prinses Margrietkanaal en bij ove
rige provinciale baggerwerken. Diverse locaties langs het kanaal op het traject Terherne -
Fonejacht worden getoetst maar vallen af. Het gaat om planologische belemmeringen, ei
genaren die geen medewerking willen verlenen of een reeds andere bestemming. In sa
menspraak met de gemeente wordt uiteindelijk de locatie Trijehûs gekozen, (zie verder ant
woord vraag 1 raadscommissie)
1994. De provincie werkt aan een concept-inrichtingsschets voor de locatie.
1995. Inpassing van het baggerdepot in de Streekplanuitwerking Blauwe Zone; de locatie
zal na het functioneren als stortlocatie worden afgewerkt en een natuur-/recreatieve functie
krijgen.