Argumenten:
1omdat zo veel meer op de inhoud wordt gestuurd
Een van de onderdelen van de reorganisatie betrof de uitwerking van een nieuw financierings
systematiek. Het huidige systeem werkt met aantallen hulpeenheden per jaar. De prijs per
hulpeenheid is echter punt van discussie. De rekeneenheid hulpeenheid is niet eenduidig, functio
neert niet zoals het hoort en wordt vaak gaande het jaar aangepast. Uitgangspunt van de nieuwe
systematiek is dat de financiering vooraf helder is: wat betaalt de gemeente en waarvoor.
Er komt een scheiding in de vaste kosten en zogenaamde zorgkosten. De vaste kosten zijn geba
seerd op het inwonertal van de gemeente en zijn taakstellend voor de stichting, dat wil zeggen
mee- en tegenvallers zijn voor rekening van de stichting. Hier wordt door het AMW een reserve
voor gevormd. Tot de vaste kosten worden gerekend de kosten van directie en staf, huisvesting,
organisatiekosten en afschrijvingen.
De variabele kosten worden bepaald door de salarissen van de maatschappelijk werkers, de reis
kosten en de kosten van vervanging van personeel bij ziekte. De zorgkosten worden afgerekend
op basis van een uurtarief van 43,75. Daarbij wordt uitgegaan van een vaste prijs, dus er vindt
geen nacalculatie meer plaats.
Gemeenten stellen in overleg met de stichting een productenmix samen en rekenen af op basis
van de werkelijk afgenomen producten maal het aantal normuren die daarvoor staan.
De volgende producten worden onderscheiden:
inkomen gerelateerd 12 uur)
relationele vragen 11 uur)
multiprobleem gezinnen (a 25 uur)
diversen 11 uur)
sociaal raadsliedenwerk 0,62 uur)
Uiteindelijke mee- en tegenvallers in de variabele kosten zijn ook voor rekening van de stichting.
De gemeenten kunnen hun kosten desgewenst beperken door inhoudelijke keuzes te maken en
prioriteiten te stellen. Het instellen van wachtlijsten die ontstaan doordat er een financieel pla
fond is afgesproken is de eigen verantwoordelijkheid van de betreffende gemeente. Uitgangspunt
van de nieuwe financieringssystematiek is immers dat het AMW verantwoordelijk is voor de
eigen bedrijfsvoering. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de financiering van de producten
die zij afnemen. Wanneer de vraag naar maatschappelijk werk, die maar beperkt te beïnvloeden
is, groter is dan het aanbod vanuit de stichting, zoals overeengekomen door gemeente en stich
ting, is het voortaan aan de gemeente of zij extra maatschappelijk werk afnemen of dat zij een
wachtlijst instellen.
De nieuwe financieringssystematiek moet zo de ruimte geven aan bedrijfsmatiger maatschappelijk
werk zodat gemeenten maatschappelijk werk kunnen inkopen dat:
kwalitatief goed is
en efficiënt tot stand is gebracht
tegen redelijke kosten en
op basis van een geformuleerde behoefte.
Omdat de vaste kosten in de nieuwe financieringssystematiek taakstellend zijn vastgesteld voor
een periode van vier jaar is het voor de gemeenten in de nieuwe situatie aantrekkelijk geworden
om de eerder genoemde aanvullende diensten, zoals reintegratietrajecten en schoolmaatschappe-
lijk werk, bij de stichting in te kopen. Hiervoor hoeven namelijk slechts de variabele zorglasten te
worden betaald.
In de bijlage vindt u het gehele plan voor de financiering en een uitgebreide toelichting hierop.
Ook is de indicatieve subsidie voor 2003 aangegeven voor invoering van deze systematiek (zie
ook bijlage).
Pagina 2
14. raadsvoorstel amw.nieuw/ /2